Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Bruno Hoek: geen ADO Den Haag, maar wel Oranje

In het leven van Bruno Hoek (19) staat alles in het teken van sport. Hij studeert aan het CIOS, speelt in het tweede van RKAVV én draagt het Oranjeshirt. Zijn fysiotherapeut wees hem op het bestaan van het Nederlands CP-team. "In een regulier team moet ik altijd harder werken dan andere spelers. Dat heeft me veel discipline bijgebracht."

Als klein jochie wilde Bruno profvoetballer worden. Ook al kwam hij uit een hockeyfamilie. Spelen voor ADO Den Haag was zijn grote droom. Toen hij een jaar of acht was, kreeg hij te horen waarom dat niet zou lukken. Door zuurstoftekort bij zijn geboorte heeft hij spasticiteit in zijn linkerbeen. Met links schieten of passen lukt niet. Een toekomst als sterspeler van ADO Den Haag zat er dus niet in, leerde hij al vroeg. "Toen stortte mijn wereld wel een beetje in", bekent hij.

Zijn fysiotherapeut zette Bruno op een nieuw spoor. Die kende het fanatisme en doorzettingsvermogen van de jonge Leidschendammer door en door. Vanaf zijn vijfde jaar ging Bruno namelijk elke dinsdag naar het revalidatiecentrum om spieren en gewrichten soepel te houden. "De fysio vertelde me dat er ook een KNVB-team bestaat met jongens die hetzelfde hebben als ik. Twee weken later heb ik me ingeschreven voor een open training op Varkenoord."

Te jong voor Oranje

Die talentendag verliep hartstikke goed voor Bruno. Hij speelde zich in de kijker, maar was als 9-jarige nog iets te jong voor het jongste vertegenwoordigende KNVB-team. Twee jaar later mocht hij zich alsnog melden bij Oranje onder 15. "Toen besloot ik ook keihard te gaan werken om de A-selectie te halen." Dat lukte in 2022, toen de internationale toernooien na de coronapandemie weer werden opgestart en Bruno zijn Oranjedebuut maakte op het WK in Salou.

Hij legde een boeiende weg af. Van het G-team bij Quick – waar hij al snel veel te goed voor was – via reguliere competitieteams bij  SEV, DHC en RKAVV naar Oranje. "Dat ik op mijn leeftijd al twee eindtoernooien heb gespeeld, is iets waar ik erg trots op ben. Aan het Nederlands elftal dacht ik vroeger nooit; ik wilde alleen voor ADO spelen. Maar het Oranje CP-team heeft me al veel gebracht. Niet alleen EK’s en WK’s, maar ik heb hier ook vrienden gemaakt."

‘Moet harder werken’

Het is bij hem allemaal een beetje vanzelf gegaan, zegt hij. Dat klopt ten dele. De Leidschendammer is juist een enorm trainingsbeest. Gemotiveerd tot op het bot en altijd bereid nog harder te werken. Die mentaliteit zorgt ervoor dat hij op niveau meekan in het reguliere amateurvoetbal. "Bij RKAVV kom ik techniek tekort, maar door alle arbeid die ik lever, kom ik mee met de andere jongens. Ik heb altijd harder moeten werken dan de rest. Dat heeft me veel discipline bijgebracht."