DSS is overtuigd: ‘Het spel is leuker geworden voor de pupillen’

DSS zag eerst de voordelen niet zozeer, maar inmiddels is de club erg enthousiast over het nieuwe pupillenvoetbal. - Foto: KNVB Media

Ja, er is echt wel wat veranderd in het pupillenvoetbal. Dat ziet Kees Vogelesang, bestuurslid algemene zaken van DSS uit Haarlem, ook wel. “Maar we moeten het ook weer niet groter maken dan het is”, vindt hij. “Want op heel veel vlakken is er helemaal niet zoveel veranderd.”

Hij herinnert het zich nog goed dat hij voor het eerst in contact kwam met de nieuwe plannen van de KNVB. Een beetje per toeval hoorde Vogelesang over een bijeenkomst bij hem in de buurt. Hij besloot een kijkje te nemen. “Ik merkte toen dat er veel weerstand was voor de plannen. En dat alles ook niet even goed werd gecommuniceerd. Je kreeg een beetje het idee dat het een ‘done deal’ was.”

Pragmatisch opgesteld

We zagen niet direct de voordelen, maar de nadelen zagen we ook niet zozeer. Nu zien we die voordelen wél

Maar anders dan sommige andere clubs stond DSS wel open voor de veranderingen. “Wij hebben ons pragmatisch opgesteld”, vertelt Vogelesang. “Niet dat wij nou direct inzagen wat de voordelen van de nieuwe spelvormen waren, maar we zagen ook de nadelen niet zozeer. Ja, er moesten wat extra vrijwilligers worden geregeld en wat extra materialen aangeschaft, maar het meeste was er toch al. Voor de KNVB was het een heel groot project, maar voor ons als club viel dat best wel mee.”

Nu, een maand of twee nadat de nieuwe vormen zijn ingevoerd, zijn ze bij DSS helemaal overtuigd. Niet dat er geen zaken meer voor verbetering vatbaar zijn, maar overall is het gevoel positief. “Het spel is sneller geworden, zeker”, ervaart Vogelesang. “En leuker voor de kinderen. En daar doe je het uiteindelijk allemaal voor.”

Spelbegeleider

Over de rol van de spelbegeleider verschillen de meningen per vereniging nog wel, merkt het bestuurslid. Van helemaal afzijdig houden en alleen fluiten wanneer het echt nodig is tot een nog iets meer een sturende rol. DSS kiest voor dat laatste. “En niet alleen voor de spelers, maar misschien nog wel meer voor de scheidsrechters zelf. Wij zien hierin een uitgelezen mogelijkheid voor de jonge jeugd om op een ongedwongen manier met het fluiten in contact te komen.”

Het spel is sneller en leuker voor de kinderen geworden. Daar doe je het uiteindelijk allemaal toch voor?

Daarnaast is het ook duidelijker voor de spelertjes, denkt Vogelesang. “Anders denken ze ook; ‘wat doet die gast daar nou weer’. En de stap om te fluiten is ook groter wanneer je je bijna niet met het spel bemoeit. Tuurlijk, je hebt brutaaltjes die daar geen problemen mee hebben, maar een heel aantal ervaart dat wel zo. ‘Probeer ook aanwijzingen te geven’, geven wij de spelbegeleiders mee. Bijvoorbeeld bij het nemen van een intrap. Dan hebben de spelers toch nog de neiging om even te wachten tot iedereen goed staat. Maar dat hoeft niet meer. Daar kan de spelbegeleider ook een rol in spelen.”

Geen ranglijst

Het grootste twistpunt is volgens Vogelesang het verdwijnen van de ranglijst. “Wij hebben daar niet zo’n problemen mee, maar mijn ervaring is dat het een beetje fifty-fifty is. Van clubs die de stand wel weer graag terug zouden willen hebben, tot clubs die het zo wel prima vinden. Bij de hockey doen ze het al heel lang zo, waarom zou het bij het voetbal dan niet kunnen?”

Volgens ons moet er nog eens worden gekeken naar de afmetingen van de doelen

Stilstand is achteruitgang, betoogt Vogelesang. Een veelgehoord argument tegen de veranderingen was ‘zo doen we het toch al jaren’. “Maar daar schiet je toch niets mee op? Wij hebben geprobeerd om duidelijk te communiceren naar de ouders die hiermee te maken gingen krijgen. Wij merkten dat ze er direct wel positief in stonden. Zeker als je vertelt dat het spel sneller wordt, er meer balcontacten zijn en er meer doelpunten worden gescoord.”

Kleinere goals

Dat laatste mag overigens volgens DSS nog wel eens kritisch tegen het licht worden gehouden. Natuurlijk, doelpunten scoren vindt iedereen leuk, maar vijftien of twintig goals om de oren krijgen toch iets minder. “Volgens ons moet er nog eens worden gekeken naar de afmetingen van de doelen. Als die kleiner worden, heb je geen keepers meer nodig en moet je preciezer schieten om een goal te maken. Het aantal doelkansen blijft dan wel gelijk, maar het aantal doelpunten wordt kleiner. Misschien dat dat het spel nog wel ten goede zou kunnen komen. Maar overall zijn wij diktevreden.”