v.v. Valken ’68 begeleidt trainers bij implementatie BMO

Het ontwikkelen van de kinderen is niet los te zien van het begeleiden van de trainers - Foto: KNVB Media

Nu de eerste wedstrijden van het seizoen erop zitten en de trainers hopelijk kunnen terugkijken op een prettige start, is het een mooi moment om het kader van jouw vereniging wat meer (individuele) begeleiding te bieden. Door de trainers te ondersteunen en zodoende nog bekwamer te maken, draag je namelijk indirect bij aan het voetbalplezier van de kinderen, maar zorg je er óók voor dat de trainers waardering voelen en ervaren dat ze zich bij jouw club kunnen ontwikkelen in het trainersvak.

Soms komen ideeën voor die begeleiding uit jezelf, soms moet je als Hoofd Opleiding openstaan voor geluiden uit je omgeving. Een mooi voorbeeld vinden we bij v.v. Valken ’68, waar Technisch Commissielid Leon Braunstahl het idee van veelzijd bewegen met behulp van Hoofd Jeugdopleiding Edwin Kluivers implementeerde bij de trainers van de vereniging.

Doelstelling

De ervaring van Braunstahl in de nationale korfbaltop als speler, als coach én als fysiotherapeut maken dat hij het sportlandschap, het verenigingsleven en het belang van veelzijdig bewegen als geen ander kent. Hoewel hij geen groot voetbalkenner is, is zijn huidige rol als lid van de Technische Commissie bij de vereniging in Valkenburg dus wel degelijk voor hem weggelegd. “Mijn zoontje voetbalt graag, dus zo ben ik in de vereniging gerold. Vorig jaar trainde ik de O8-1, waar hij toen in speelde. Dit seizoen schoof ik mee naar de O9-1 en kreeg ik de vraag om op technisch vlak een bijdrage te leveren. Ik weet wel welke kleine stappen je kunt zetten om een omgeving te creëren waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen dus met die doelstelling ben ik aan de slag gegaan.”

Het ontwikkelen van de kinderen is niet los te zien van het ontwikkelen van de trainers. Trainersbegeleiding is dan ook noodzakelijk wanneer je de heersende beweegarmoede onder de jeugd wil aanpakken. Oók bij de voetbalvereniging. “Vorig jaar startte ik al met BMO (Breed Motorische Ontwikkeling) bij de O8-1. Die kinderen vonden het zo verschrikkelijk leuk. Ik heb het bestuur verteld waar ik mee was begonnen en ook zij waren razend enthousiast. Ze zeiden direct dat ik op deze manier voort mocht gaan en heb de verdere implementatie toen opgepakt met Edwin. Hij heeft als Hoofd Jeugdopleiding gekeken naar hoe we BMO kunnen integreren in het huidige jeugdvoetbalbeleid van de vereniging en maakte zich echt sterk voor de realisatie ervan. ”

Laagdrempeligheid

Maar hoe breng je iets als veelzijdig bewegen aan de man bij trainers, vaak toch vaders, moeders en andere vrijwilligers, die ’s avonds na het werk nog naar de vereniging komen om een training te verzorgen? Laagdrempeligheid blijkt in de begeleiding gedurende het seizoen een sleutelwoord te zijn. “Een volledige opleiding is geweldig, maar kost voor zo’n vrijwilliger toch veel tijd en geld. Daarom hebben wij drie avonden ingepland met onze trainers om BMO en de implementatie ervan toe te lichten. Op de eerste avond waren er drie trainers en op de tweede avond vier, maar het ging daarna als een lopend vuurtje rond. Andere trainers begrepen van de vier aanwezigen hoe het was, zagen hen bezig op het trainingsveld en op de derde avond waren we opeens met vijftien. Binnen behandelden we een halfuurtje lang de achterliggende theorie, daarna gingen we met z’n allen naar het veld en daar deed ik tien spelvormen voor waarin veelzijdig bewegen heel simpel verwerkt was.”

De trainers kunnen de kinderen in allerlei spelvormen veelzijdig laten bewegen, bijvoorbeeld door hen te laten kruipen, klimmen, duwen of vallen. Wel is het voor de Hoofd (Jeugd)opleiding belangrijk om altijd in het achterhoofd te houden dat beter leren bewegen, niet ten koste gaat van de context van het voetbalspel en dat het moet leiden tot meer plezier bij de spelers. In dat kader schetst Braunstahl nog een voorbeeld van een eenvoudige spelvorm die de andere trainers gemakkelijk kunnen overnemen: “Dan zet ik twee containers neer die gewoon langs het veld staan, daaromheen zet ik een speelveldje af en dan laat ik de kinderen spelen volgens de korfbalregels. De jongetjes in mijn team die altijd alleen maar gaan pingelen, mogen nu opeens niet meer lopen met de bal en worden dus gedwongen om goed naar hun teamgenoten te kijken. Zij moeten op hun beurt weer goed gaan vrijlopen om de bal te kunnen ontvangen. Als je daarna weer ‘gewoon’ gaat voetballen, zie je direct dat de kinderen die vertaalslag kunnen maken en ook tijdens het voetballen beter gaan kijken of vrijlopen. Iedere trainer zag meteen in hoe ze zoiets ook gemakkelijk in hun eigen, eerstvolgende training konden verwerken.”

Mooie basis

Het is prettig voor de trainers om op een dergelijke toegankelijke manier toch wat kennis bijgespijkerd krijgen, waarmee ze het voor zichzelf én voor de kinderen nog leuker maken. Echter houdt de begeleiding daarna niet direct op. Braunstahl is iedere maandag en woensdag aanwezig op de vereniging om een tas met materialen neer te leggen en elke maandag stuurt hij in de WhatsApp-groep met trainers een oefening die ze zouden kunnen gebruiken. “Dat is al een mooie basis. Nu worden alleen de trainers van teams tot en met de O12 op deze manier begeleid, omdat er in die leeftijdscategorie de meeste winst te behalen is op het gebied van motorische vaardigheden. Natuurlijk zou ik dit op den duur ook graag uitrollen voor de bovenbouw en haar trainers, want daar moet net zo goed gewerkt worden aan de beweegvaardigheid om blessures te beperken en zo lang mogelijk het plezier in voetbal te behouden.”

Meer informatie

Wil je meer weten over de implementatie van BMO bij v.v. Valken ’68? Neem dan gerust contact op met Leon via TJC@valken68.nl.

De KNVB vindt veelzijdig bewegen erg belangrijk. Om een bijdrage te leveren aan het tegengaan van de groeiende beweegarmoede, is het project ‘Voetbalfit’ gestart. Hiermee bieden we per doelgroep verschillende oefeningen aan die gericht zijn op het verbeteren van de motorische vaardigheden. Deze oefeningen zijn te vinden op Rinus.

Voetbalfit Om de motorische vaardigheden van spelers te verbeteren en het aantal blessures te verminderen, is de KNVB het project Voetbalfit gestart.