Straf FC Utrecht na spreekkoren blijft hetzelfde

Foto:

De commissie van beroep handhaaft de straf die de tuchtcommissie FC Utrecht eerder oplegde in verband met antisemitische spreekkoren tijdens de wedstrijd FC Utrecht - Ajax op 5 april 2015. Dit betekent dat de commissie van beroep FC Utrecht bestraft met een geldboete van 10.000 euro en een lege Bunnikside tijdens de eerstvolgende thuiswedstrijd tegen Ajax.

De commissie van beroep stelt, net als de aanklager betaald voetbal en tuchtcommissie eerder, dat FC Utrecht tijdens de wedstrijd onvoldoende heeft gedaan om tegen de spreekkoren op te treden. Thuisspelende clubs zijn namelijk verantwoordelijk voor het handhaven van de veiligheid en het voorkomen van wanordelijkheden, waaronder spreekkoren. Die verantwoordelijkheid brengt onder meer met zich mee dat FC Utrecht de veiligheidsorganisatie in het stadion dusdanig inricht dat spreekkoren op deze schaal te horen moeten zijn en dat de club er vervolgens tegen optreedt.

Brief aan seizoenskaarthouders

Eerder stuurde FC Utrecht aan de seizoenskaarthouders op de Bunnikside een brief, waarin de club aankondigt voor hen een andere plaats te vinden in het stadion tijdens de eerstvolgende FC Utrecht - Ajax. Zonder dat dit invloed heeft op de strafmaat, vindt de commissie van beroep het opvallend dat FC Utrecht niet de gelegenheid aangreep om in die brief afstand te nemen van de deelnemers aan de spreekkoren. Ook is de commissie van mening dat FC Utrecht met de boodschap in de brief het effect van de straf deels ondermijnt en het doel en de functie daarvan lijkt te miskennen.

Achtergrond strafzaak

De aanklager betaald voetbal is op 8 april een vooronderzoek gestart naar antisemitische spreekkoren tijdens de wedstrijd FC Utrecht - Ajax. Met het hieruit voortgekomen schikkingsvoorstel van de aanklager ging FC Utrecht niet akkoord. Hierdoor werd de zaak voorgeleid bij een onafhankelijke tuchtcommissie. De tuchtcommissie achtte op basis van de beschikbare beelden, informatie en verklaringen bewezen dat er meerdere malen antisemitische spreekkoren hebben plaatsgevonden tijdens de wedstrijd en dat FC Utrecht onvoldoende maatregelen had getroffen om de spreekkoren tijdens de wedstrijd te bestrijden. FC Utrecht ging tegen deze uitspraak in beroep, waarna de zaak 18 augustus voorkwam bij de commissie van beroep.

Aanpak van spreekkoren

Discriminerende of anderszins kwetsende uitingen in de stadions worden aangepakt, omdat voetbal voor iedereen is en in het stadion iedereen welkom is. Hiervoor zijn landelijk afspraken gemaakt tussen het ministerie van Veiligheid en Justitie, de politie, het Openbaar Ministerie, burgemeesters en de KNVB. Deze afspraken liggen vast in het ‘Kader voor beleid: Voetbal en Veiligheid’. Clubs en de KNVB hebben vervolgens op lokaal niveau afgesproken dat thuisspelende clubs een belangrijke rol spelen in het optreden tegen spreekkoren in hun stadion. Zij kennen hun bezoekers het beste, zijn verantwoordelijk voor de orde en veiligheid in hun stadion en hebben de faciliteiten in het stadion om bij spreekkoren actie te ondernemen. Als de spreekkoren desondanks toch doorgaan, kan de club de scheidsrechter verzoeken om de wedstrijd tijdelijk stil te leggen. Als dat gebeurt, overlegt de club met de lokale autoriteiten over de maatregelen in het geval de spreekkoren doorgaan nadat de wedstrijd wordt hervat. Zij instrueren vervolgens de scheidsrechter.