Olympisch Oranje: Amsterdam 1928

Foto: KNVB Media

De OranjeLeeuwinnen spelen begin maart het Olympisch Kwalificatietoernooi in Nederland en hopen zich voor het eerst in de historie te plaatsen voor de Olympische Spelen. Het Nederlands elftal en Jong Oranje gingen hen al voor. In deel 1 van een drieluik over ‘Olympisch Oranje’ een verslag van de Olympische Spelen in Amsterdam in 1928.

Na drie bronzen medailles bij de Spelen van 1908, 1912 en 1920 en een onterechte uitschakeling in de halve finale in 1924, moet het in Amsterdam gebeuren: Olympisch voetbalgoud voor Oranje. Kosten noch moeite worden gespaard. Speciaal voor de Spelen wordt het Olympisch stadion gebouwd en de Technische Commissie is maanden bezig een goede selectie samen te stellen. Tientallen spelers worden in allerlei oefenduels getest, waarna begin mei de definitieve selectie wordt samengesteld. 

Het vertrouwen is groot, maar krijgt een eerste domper op 17 mei, wanneer ZKH Prins Hendrik bij de loting Oranje aan Uruguay koppelt. Dat is niet alleen de regerend Olympisch kampioen, maar vooral ook de ploeg die het Nederlands elftal in 1924 met keihard intimidatievoetbal uit het toernooi schopte. Omdat het beoogde basisteam vervolgens ook nog een oefenwedstrijd tegen Tottenham Hotspur met 0-3 verliest, krijgt het realisme al snel de overhand: waarschijnlijk weer geen goud voor Oranje.

Dat realisme weerhoudt ‘Ere-voorzitter’ ZKH Prins Hendrik (foto links) en 40.000 toeschouwers er niet van de allereerste voetbalinterland ooit in het Olympisch stadion te bezoeken. De wedstrijd, onder leiding van de Belgische scheidsrechter John Langenus, verloopt dit keer aanzienlijk sportiever, maar het Nederlands elftal verliest wel opnieuw van de Zuid-Amerikanen. Doelpunten van Héctor Moreno in de 20e en Santos Urdinaran in de 85e minuut zorgen voor een 0-2 eindstand. Holland bood goed tegenstand,  maar was niet opgewassen tegen het ‘uitstekende spel der Oeroekweezen’, zo concludeert De Sportkroniek na afloop. Het toernooi van Oranje is na één wedstrijd alweer voorbij. 

Olympisch Troosttoernooi

Gelukkig is daar nog het Olympisch Troosttoernooi, dat een mogelijkheid biedt op revanche voor landen die in de eerste ronde of kwartfinale zijn uitgeschakeld. Aan dit toernooi nemen, behalve Nederland, ook België, Chili en Mexico deel. Zowel voor de Chilenen als de Mexicanen is dat fijn, aangezien zij al in de eerste ronde van het toernooi zijn uitgeschakeld en dus de lange reis naar Amsterdam bijna voor niets hebben gemaakt. Zowel Chili (3-1 tegen Mexico), als Nederland (3-1 tegen België), winnen hun eerste wedstrijd en komen dus tegen elkaar uit in de troostfinale. Dat duel eindigt in 2-2, een stand die ook na verlenging op het scorebord staat. Via loting wordt Oranje aangewezen als winnaar, maar dat kunnen de Nederlandse spelers niet accepteren: Chili krijgt de beker mee naar huis. 

De winnaar van het hoofdtoernooi wordt Uruguay, dat zich na het spelen van twee finales (de eerste eindigde in een gelijkspel), sterker toont dan Argentinië.

Volgende week deel 2, waarin het Nederlands elftal afreist naar Londen en Turku.