Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Innovatieplatform gras: Het nut van bodemanalyses

KNVB Media
KNVB Media
29 november 2024, 13:06

Een bodemanalyse kun je het beste uitvoeren tijdens de wintermaanden. - Foto: KNVB Media

Een bodemanalyse is dé fundering van een gezonde grasplant. Hieronder bespreken we het nut en de essentie van het uitvoeren van bodemanalyses om te komen tot een bemestingsplan.

Een bodemanalyse kun je het best uitvoeren tijdens de wintermaanden. In deze tijd van het jaar komt de bodem langzaam tot rust. De bodemtemperatuur gaat omlaag en de mineralisatie door activiteit van het bodemleven neemt af. Deze activiteit heeft invloed op de verhoudingen en beschikbaarheid van mineralen in het bodemprofiel. Niet alleen de hoeveelheid aan mineralen is belangrijk, maar ook de verhoudingen onderling en in welke verhouding ze zijn gebonden aan het klei-humus complex (C.E.C.). Daarom is het goed om waardes te bepalen als de grond in rust is. Dit geeft een representatieve weergave van de beschikbare voedingsstoffen in de bodem. De gemeten waardes zijn zo beter te vergelijken met eerdere analyses. Tevens heb je voldoende tijd om de resultaten van het laboratorium te evalueren en een bemestingsstrategie op te maken.

Hulpmiddel

Een bodemanalyse is dé fundering van een gezonde grasplant

Een bodemanalyse is een essentieel hulpmiddel om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de bodem en de behoeften van het gras. Een bodem kan je vergelijken met de fundering van een huis: zonder fundering zal het niet lang standhouden. Daarom is een bodemanalyse essentieel. Op basis van de resultaten kun je een bemestingsplan maken om ervoor te zorgen dat het gras de juiste voedingsstoffen krijgt, optimaal kan groeien en de bodem weer in balans komt.

Alles begint bij de monstername. Hier is het belangrijk dat je met het juiste gereedschap (bv. guts of profielsteker) op verschillende representatieve plekken van het veld een monstername doet. De diepte van een monstername is maximaal 15 centimeter, omdat je wilt weten wat de wortels van de grasplant kunnen opnemen. Het is het meest zinvol om te bepalen hoe diep je wortelgestel momenteel is. Tel daar enkele centimeters bij op, en je weet hoe diep je het bodemstaal moet nemen.

Alleen de grond analyseren

Het is heel belangrijk om alleen de grond te analyseren: de viltlaag en de graszode (incl. wortels) moeten verwijderd worden. Doe je dit niet dan ga je in het rapport dat je van het laboratorium terugkrijgt een verkeerde analyse krijgen van het organische stofgehalte. De monstername draait tenslotte om het meten van de opname van nutriënten via de wortels.

Een andere optie is om een monsternemer van een laboratorium in te schakelen om het monster te nemen. Diverse laboratoria bieden een dienst aan om (tegen een vergoeding) grondmonsters te nemen.

Omvang bodemanalyse

Een goede bodemanalyse omvat minimaal de volgende parameters:

1) De pH-waarde of zuurtegraad

De ideale pH ligt tussen 5,5 en 6,5 voor sportvelden (een en ander is afhankelijk van de grondslag). Is de pH laag dan kan je bekalken, anders NIET! Het is makkelijker om te werken naar een hogere pH dan omgekeerd.

2) Organische stofgehalte (OS)

Het organische stofgehalte (OS) geeft de hoeveelheid organisch materiaal in de bodem aan. Organisch materiaal bestaat uit dood plantenmateriaal, dierlijke mest, micro-organismen en andere natuurlijke resten die in de bodem worden afgebroken. Dit organisch materiaal fungeert als voeding voor bodemorganismen, die op hun beurt de nutriënten omzetten naar opneembare voedingsstoffen voor de plant. Doordat organische stof het bodemleven voedt, stimuleert dit de weerbaarheid tegen ziekten en plagen.

Het OS is essentieel vanwege de invloed op bodemkwaliteit, vruchtbaarheid en gezondheid. Het zorgt voor het behoud van de bodemstructuur door het vasthouden van vocht en voedingsstoffen en het bevorderen van bodemleven. Daarnaast zorgt het voor een grotere bindingscapaciteit van de gronddeeltjes (CEC) en daarmee de levering van N-P-K-S en sporenelementen.

Een gezond sportveld heeft een OS tussen de 3% en 5%. Het optimale percentage kan echter variëren afhankelijk van verscheidene factoren zoals klimaat, bodemsoort en het gewenste grasbestand van het sportveld. Een hoger OS heeft als voordelen een betere waterretentie, een verbeterde voedingsstoffenvoorziening en een gezonder bodemleven. Een hoger OS kan ook de structuur van de bodem verbeteren waardoor de wortelgroei van het gras wordt bevorderd en het sportveld beter beschermd is tegen ziekte en plagen.

Maar let op! Een te hoog gehalte aan organische stof kan leiden tot problemen zoals overmatig waterbehoud, slechte beluchting, groei van mos, heksenkringen, black layer (foto black layer) en andere ziektes die verwant zijn met een te hoog OS.

Om het OS te verhogen kun je gebruikmaken van organische en organisch-minerale meststoffen, compost en organische bodemverbeteraars.

3) Het klei-humuscomplex/CEC

Het klei-humuscomplex/CEC verwijst naar de interactie tussen de kleideeltjes en de organische humusdeeltjes in de bodem. Het complex ontstaat doordat kleideeltjes oppervlakteladingen hebben die kationen kunnen vasthouden, terwijl humusdeeltjes negatief geladen zijn en kationen kunnen uitwisselen. Deze parameter speelt een belangrijke rol bij het vasthouden en tegelijk ook beschikbaar stellen van voedingsstoffen aan planten. Je kan deze zien als de opslagplaats van voedingsstoffen.

De CEC voorkomt dat deze voedingsstoffen uitspoelen uit de bodem. Calcium (Ca) speelt een belangrijke rol bij het stabiliseren en verbeteren van de bodemstructuur, vooral in kleigronden. Het heeft immers de eigenschap om kleideeltjes samen te binden, waardoor de stabiliteit van de bodem zal toenemen. Dit verbetert de water- en luchthuishouding van de bodem.

4) De macronutriënten

Dit zijn de essentiële voedingsstoffen die in grote hoeveelheden nodig zijn voor de groei en ontwikkeling van planten. Deze worden omschreven als ‘macro’ omdat ze in grote hoeveelheden nodig zijn in vergelijking tot de micro-elementen. Er zijn 6 macro-elementen:

  • Stikstof (N)
    Dit is essentieel voor de productie van eiwitten, enzymen, chlorofyl en andere moleculen in planten. Het speelt een cruciale rol bij de groei en ontwikkeling van bladeren en stengels.
  • Fosfor (P)
    Dit is nodig voor processen als fotosynthese, celgroei, wortelontwikkeling en bloemvorming.
  • Kalium (K)
    Dit is belangrijk voor processen zoals het reguleren van de waterbalans, het activeren van enzymen en het bevorderen van wortelgroei, en staat vooral gekend omdat het de weerstand tegen ziekten en plagen verhoogt. Het speelt ook een rol in het transport van voedingsstoffen in de plant.
  • Calcium (Ca)
    Enerzijds is calcium in de plant verantwoordelijk voor de activering van enzymen en het reguleren van fysiologische processen, zoals de opname en transport van andere voedingsstoffen. Het bevordert ook de gezondheid en stevigheid in de celwand van de plant. Anderzijds helpt calcium bij het verbeteren van de bodemstructuur door kleideeltjes te binden en aggregaten te vormen. Het verbetert ook de waterinfiltratie en beluchting van de bodem.
  • Magnesium (Mg)
    Dit is een essentieel onderdeel van chlorofyl (het pigment dat verantwoordelijk is voor de fotosynthese) en speelt een cruciale rol bij het bevorderen van de energieproductie in de plant. Het is belangrijk voor de celgroei en ontwikkeling. Magnesium draagt bovendien bij aan de bodemstructuur door de vorming van stabiele aggregaten te bevorderen.
  • Zwavel (S)
    Dit is een belangrijk onderdeel van aminozuren, de bouwstenen van eiwitten. Het speelt een rol bij de vorming van bepaalde vitamines, draagt bij aan de ontwikkeling van gezonde wortels en bevordert de algemene groei van planten. Zwavel is een belangrijk onderdeel van organisch materiaal in de bodem en helpt bij de vorming van humus, wat dus de bodemstructuur verbetert en het vermogen van de bodem om voedingsstoffen vast te houden vergroot.

5) De micronutriënten/sporenelementen

Micronutriënten, ook wel sporenelementen genoemd, zijn voedingsstoffen die planten in kleine hoeveelheden nodig hebben. Ondanks de geringe hoeveelheid spelen ze een essentiële rol in de groei en gezondheid van planten.

De belangrijkste micronutriënten zijn:

  • Borium (B)
  • Koper (Cu)
  • IJzer (Fe)
  • Mangaan (Mn)
  • Molybdeen (Mo)
  • Zink (Zn)

Omdat micronutriënten al in lage concentraties in de bodem voorkomen, zijn slechts kleine hoeveelheden bemesting nodig om tekorten aan te vullen.

De voordelen van een bemestingsplan

Betrek een adviseur bij het opstellen van het bemestingsplan om zeker te zijn van een optimale aanpak

Na een bodemanalyse kun je met de resultaten een gericht bemestingsplan (laten) opstellen. Dit heeft verschillende voordelen:

  1. Efficiënt gebruik van meststoffen:
    Door inzicht in de voedingsstoffen die al aanwezig zijn in de bodem, kun je precies bepalen hoeveel extra meststoffen nodig zijn. Dit voorkomt verspilling en verlaagt de kosten.
  2. Voorkomen van overbemesting:
    Overbemesting leidt tot milieuschade, zoals uitspoeling naar grond- en oppervlaktewater. Een uitgebalanceerd plan helpt dit voorkomen.
  3. Gezondere planten:
    Een goede balans van voedingsstoffen versterkt planten, waardoor ze minder vatbaar zijn voor ziekten en plagen.
  4. Bijdrage aan milieubescherming:
    Door minder meststoffen te gebruiken en uitspoeling te beperken, wordt de impact op het milieu verkleind. Dit bevordert de waterkwaliteit en beschermt de biodiversiteit in de bodem.

Tip: betrek een adviseur bij het opstellen van het bemestingsplan om zeker te zijn van een optimale aanpak.

Dit artikel kwam tot stand via het Innovatieplatform Gras.

Innovatieplatform gras

Topprestaties door verbinding en samenwerking.

Laatste artikelen