Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Linksbenige spelers hebben meer kans op een nationale selectie

KNVB Media
KNVB Media
28 januari 2017, 14:00

Justin Kluivert is een voorbeeld van een rechtsbenige jeugdinternational die ook op links uit de voeten kan. - Foto: KNVB Media

Veel factoren zijn bepalend in de kans op een plekje in één van de nationale selecties van de KNVB. Bekende factoren zijn onder andere de geboortedatum en geboorteplaats, maar ook iemands voorkeursbeen blijkt van invloed te zijn op de kans voor een plek in nationale jeugdselecties.

KNVB-onderzoekers Jan Verbeek en Laura Jonker, in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen, tonen dit in een recent onderzoek aan, zie onder. Het idee om naar het voorkeursbeen van een speler te kijken komt van ‘voetbalprofessor’ Chris Visscher.

Het onderzoek richtte zich op de selectie van zowel linksbenige als rechtsbenige voetballers, waarbij gekeken is naar het voorkeursbeen, het been dat de spelers van nature het liefste gebruiken. Wanneer je op deze manier kijkt naar het voorkeursbeen in de samenleving, blijkt zo’n 20% van de bevolking linkshandig en linksbenig te zijn. In de topsport ligt dit percentage veel hoger.

Recent onderzoek Recent onderzoek Bekijk hier het onderzoek.

Voordeel

Daley Blind is een linksbenige speler die doorstroomde van Onder 16 naar Oranje.

Het is opvallend dat er in verhouding meer linksbenige en linkshandige topsporters zijn, wanneer je ervan uitgaat dat talent gelijkwaardig verdeeld is over voorkeurshand of voorkeursbeen. Er zijn hier wel een aantal verklaringen voor. Linkshandigen zouden een voordeel hebben door het functioneren van het brein, waarbij de rechter hersenhelft bij linkshandigen een hogere activiteit vertoont. Daarnaast zou het ook kunnen dat deze sporters succesvoller zijn vanwege de moeite die tegenstanders hebben met een linksbenige en/of linkshandige tegenstander.

Ook in het voetbal is het logisch om een hoger percentage van linksbenige spelers te verwachten dan 20%. Los van allerlei tactische overwegingen, is het gebruikelijk om te spelen met een linksbenige linker centrale verdediger, linkervleugelverdediger, linkermiddenvelder en linkervleugelaanvaller als teamorganisatie. Dit zou dan betekenen dat van ieder elftal 40% van de veldspelers linksbenig zou moeten zijn. Linksbenige voetballers zouden daarmee een grotere kans op selectie hebben dan rechtsbenigen.

Verdeling linksbenig en rechtsbenig

Om dit te onderzoeken zijn de nationale selecties van Nederland Onder 16 tot en met Onder 19 van de seizoenen 2010-2011 tot en met 2014-2015 geanalyseerd. Hierbij is gekeken naar het moment waarop de jeugdspeler geselecteerd werd binnen een nationale jeugdselectie. Dit leverde data van bijna 500 selectiemomenten op: 343 (69%) keer werd er een rechtsbenige jeugdspeler geselecteerd en in 154 (31%) van de gevallen werd een linksbenige jeugdspeler geselecteerd. Er is dus een hoger percentage linksbenige jeugdspelers geselecteerd dan de 20% die je zou mogen verwachten op basis van de verdeling in de samenleving. Oftewel: een linksbenige jeugdspeler heeft een grotere kans om geselecteerd te worden voor een nationale selectie.

Als de selectie van jeugdspelers verder wordt gespecificeerd op linie dan blijkt echter dat binnen iedere linie (verdediging, middenveld en aanval) er een lager percentage van linksbenige spelers is geselecteerd (41,3% ,25,7% en 23,7%, respectievelijk) dan verwacht (50%, 33,3% en 33,3% respectievelijk) op basis van de verdeling in een 4-3-3-systeem (Figuur 1). Het lijkt er dus op dat iemand voorkeursbeen een belangrijke overweging is in de selectie van jeugdspelers, maar niet doorslaggevend in de uiteindelijke selectiekeuze.


Figuur 1. Verdeling links- en rechtsbenige spelers per linie

Doorstroom

Een andere factor die is onderzocht in dit onderzoek is de doorstroom naar opeenvolgende nationale selecties van linksbenige en rechtsbenige jeugdspelers. De onderzoekers vonden hier geen verschillen tussen beide soorten jeugdspelers. Het blijkt dat voor spelers uit de Onder 16 en Onder 17, onafhankelijk van voorkeursbeen, de kans op selectie na twee jaar nog slechts zo’n 50% is. Uiteindelijk blijkt dat er van spelers die zijn ingestroomd in de Onder 16 er nog 35% van de rechtsbenige spelers overblijft in de Onder 19. Voor linksbenige spelers is het percentage wat overblijft 23%. Voor spelers ingestroomd in de Onder 17 blijft ongeveer 45% van de linksbenige en rechtsbenige spelers over in de Onder 19.

Deze resultaten zijn in overeenstemming met andere landen waar de doorstroom ook laag is. Zo is bekend dat in Portugal van de 170 jeugdspelers uit de Onder 17 maar 1% zijn debuut maakt in het nationale elftal. Dit is vergelijkbaar met Duitsland, waar maar 31% van het nationale elftal in een van de vertegenwoordigende jeugdelftallen heeft gespeeld.


Figuur 2. De doorstroming naar opeenvolgende nationale selecties van linksbenige en rechtsbenige jeugdspelers

De conclusies van het onderzoek zullen worden gebruikt voor een nog betere talentherkenning en selectie van spelers voor de nationale teams. Dit betekent dat er nog beter gemonitord gaat worden welke talenten wanneer in, door en uitstromen in nationale teams. Een praktische toepassing is onder andere het plannen van meer stagedagen op de KNVB Campus, om zo de beste linksbenige en rechtsbenige talenten met en tegen elkaar te laten spelen.

Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met Marije Elferink-Gemser, Barbara Huijgen, en Chris Visscher van de Rijksuniversiteit Groningen.

Laatste artikelen