Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

'Als het niet nodig is, verkas je niet'

KNVB Media
KNVB Media
16 juni 2015, 21:20

Foto: KNVB Media

Iedere thuiswedstrijd staat hij nog langs de lijn bij ‘zijn’ v.v. Reünie. Tachtig jaar geleden is het inmiddels dat Bets Bröcker voor het eerst het clubtenue aantrok. Het bleek liefde op het eerste gezicht. Eerst was hij er actief als jeugdspeler, later als speler van het eerste elftal en ten slotte jaren als secretaris en voorzitter.

Na zijn afscheid in 1967 bleef hij lid, tot op de dag van vandaag. "Ach”, relativeert het 92-jarige clubicoon het. "Als het niet nodig is verkas je niet. Je voelt je toch met de club verbonden.”

Op de hoogte blijven

Eens in de twee weken overbrugt hij samen met zijn vrouw de tien kilometers die zich tussen zijn huis en het voetbalveld bevinden. Het moet raar lopen wil hij een thuisduel missen. "Als je er niet meer komt verwatert het contact hè”, verklaart hij. Om diezelfde reden probeert hij ook ieder jaar bij de jaarvergadering aanwezig te zijn. "Je wilt toch op de hoogte blijven van wat er speelt.” Maar dat hij nou precies alle spelers kent van het eerste elftal. "De meeste wel”, lacht Bröcker, die in de afgelopen decennia honderden gezichten voorbij zag trekken. "Maar ik heb het idee dat ze mij soms beter kennen dan ik hen, haha.”

Bröcker begon op twaalfjarige leeftijd bij de voetbalvereniging. Het voetbal werd hem met de paplepel ingegoten. Zijn vader speelde jarenlang voor een van verenigingen die opgingen in de v.v. Reünie en werd in 1932 de eerste secretaris van de nieuw opgerichte voetbalvereniging. "Als je zo vaak over voetbal hoort praten, ga je er vanzelf mee beginnen”, vertelt Bröcker. "Maar in die tijd was er nog geen pupillenvoetbal hè? Pas vanaf je twaalfde kon je lid worden van een vereniging.”

Unicum

Een paar jaar later werd het juniorenvoetbal ingeruild voor een plekje in de hoofdmacht van de vereniging. Daarmee werd Bröcker in 1942 kampioen van de derde klasse, wat promotie naar de tweede klasse had moeten betekenen. Een unicum en hét hoogtepunt uit zijn eigen carrière en die van de club, want nooit (meer) speelde Reünie op een dergelijk niveau. Door de oorlog ging de promotie echter uiteindelijk nooit door.

Waarom hijzelf nooit is weggegaan? "Dat was vroeger niet zo, dat deed je niet. Ik heb er eigenlijk nooit echt over na hoeven denken.” Maar wie denkt dat Bröcker daardoor een waardeoordeel heeft over spelers die meerdere keren van club wisselen, heeft het mis. "Dat snap ik best hoor. Ze doen maar. Ik hoefde dat niet zo nodig.”

Niet te vergelijken

Het voetbal en de sfeer eromheen zijn niet te vergelijken met het hedendaagse voetbal, vertelt de 92-jarige. Douches? Verlichting? Een kantine? Nee, lacht hij. "Dat was er toen allemaal nog niet. De bezoekers konden zich omkleden bij de lokale kroeg en na de wedstrijd kon je bij een pomp een kommetje water halen om je te wassen. Trainen deed je alleen zomers, ’s winters was dat niet mogelijk. Geen verlichting hè…”

Hoewel de gemiddelde speler tegenwoordig direct in de stress schiet wanneer er geen warm water uit de douches komt, weigert Bröcker pertinent om de huidige generatie als verwend te bestempelen. "Dat waren andere tijden”, luidt zijn commentaar. "Je wist gewoon niet beter. En daarnaast, onze generatie was waarschijnlijk weer verwend in de ogen van onze ouders. Zo gaat dat gewoon.”

‘Alles heeft zijn tijd’

Ook op andere vlakken is het hedendaagse voetbal niet meer met dat van vroeger te vergelijken. Hij wijst naar de veranderingen op bestuurlijk vlak. "Problemen met aantallen vrijwilligers hadden we nooit. Maar dat is ook niet raar. Je had veel minder vrijwilligers nodig. Een bestuur, een elftalcommissie en een terreinknecht. En dat was het wel. Nee, ook dat is tegenwoordig niet beter of minder. Alles heeft zijn tijd.”


Laatste artikelen