Voorkomen van blessures

De beste manier om blessures te voorkomen is door je spelers een goede warming-up en cooling-down te laten doen, zeker bij spelers en speelsters die in de groeispurt zitten. Met een goede warming-up warm je de spieren op de juiste manier op en bespoedig je het herstel na een zware inspanning. In het artikel hieronder lees je meer over het belang van de warming-up en cooling-down. 

Belasting 

De spieren, botten, gewrichten, banden en andere (onder)delen van het lichaam worden tijdens het voetballen voortdurend blootgesteld aan belasting. Hiermee bedoelen we dat een speler, bijvoorbeeld tijdens het vrijlopen in een wedstrijd, de spieren, botten en gewrichten gebruikt om van richting te veranderen. Als een speler explosiever wil vrijlopen of sneller van richting wil veranderen, dan wordt de belasting groter. Hetzelfde geldt wanneer een speler dit tijdens een wedstrijd vaker wil doen of langer wil volhouden.

Belastbaarheid 

De belastbaarheid is de last die een speler of een lichaamsdeel van de speler kan dragen. Het lichaam is gelukkig meestal goed opgewassen tegen alle activiteiten die een speler moet uitvoeren. Wanneer de belasting groter is dan de belastbaarheid van de speler, dan is er sprake van overbelasting. 

Als voetbalcoach is het belangrijk om te weten dat de belastbaarheid van elke speler anders is. Probeer hier tijdens trainingen rekening mee te houden, bijvoorbeeld door iemand het laatste deel van de training te laten overslaan, wanneer er sprake is van vermoeidheid en/of wanneer andere lichte klachten zich aandienen. Daarnaast kunnen er fases in een jaar of seizoen zijn waarin de belastbaarheid groter of juist minder groot is dan gebruikelijk. Denk bijvoorbeeld aan de periode dat spelers terugkomen van een blessure of na de vakantie, of wanneer een speler in een groeispurt zit. Het is dan verstandig de belasting aan te passen. Ook kan het weer van invloed zijn. Bij veel warmte ligt oververhitting op de loer bij kinderen. Bij (extreme) kou is ook gevaar aanwezig; doordat kinderen hun warmte snel kwijtraken tijdens inspanning, kunnen zij tijdens rustmomenten of na de training snel afkoelen. 

Denk van tevoren goed na over welke voetbalvormen je uitzet, hoe lang je deze speelt en in welke fase van het seizoen je dit doet. Observeer daarnaast de spelers goed en zorg dat je weet hoe zij zich voelen. Zo kun je bijvoorbeeld na trainingen vragen aan spelers hoe zij de inspanning van de training hebben ervaren. Er zijn voorbeelden van voetbalcoaches die hun spelers na afloop altijd op een schaal van een op tien de zwaarte van de training laten aangeven. Dit kan jou als voetbalcoach helpen een goed beeld te krijgen van de belasting en belastbaarheid. 

Spelers in de groei

Elk kind krijgt er vroeg of laat mee te maken: de groeispurt. Het is een periode bij zowel jongens als meiden waarbij het lichaam en de bijbehorende spieren, botten en gewrichten in korte tijd snel groeien. Deze periodes vinden in de meeste gevallen plaats in de puberteit. Bij meiden duurt dit over het algemeen vier jaar, van hun elfde tot hun vijftiende. Bij jongens start de groeispurt meestal als ze twaalf jaar zijn en eindigt deze rond hun achttiende. Tijdens de groeispurt groeien spieren, botten, pezen en gewrichten niet met dezelfde snelheid, waardoor het lichaam tijdelijk uit balans is. Jeugdspelers zijn op dit moment minder belastbaar. Je kunt als voetbalcoach overbelasting en blessures proberen te voorkomen door goed naar de speler te luisteren en hem/haar (delen van) trainingen en wedstrijden te laten overslaan.