Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Richtlijn bestrijding verbaal geweld

Beleidsuitgangspunten

a. BVO’s en supportersverenigingen zijn primair verantwoordelijk voor het gedrag van hun supportersaanhang c.q. leden.

b. BVO’s en supportersverenigingen zijn verantwoordelijk voor duidelijke tolerantiegrenzen ten aanzien van ongewenste spreekkoren en verbaal geweld. Deze grenzen worden onder meer bekendgemaakt in het huisreglement.

c. BVO’s en supportersverenigingen ondernemen al het mogelijke om ongewenste spreekkoren en verbaal geweld tegen te gaan. Dat doen zij zowel preventief, beheersmatig als repressief. Dit betekent in elk geval dat aanstichters en deelnemers worden aangesproken op hun gedrag. En dat de wedstrijd op verzoek van de verantwoordelijke BVO wordt stilgelegd indien bovenstaande en andersoortige maatregelen niet terstond effect tot gevolg hebben.

d. De bestrijding en aanpak van discriminatoire, racistische en/of antisemitische spreekkoren is prioriteit voor BVO’s. Een thuisspelende BVO is primair verantwoordelijk dat hiertegen wordt opgetreden. In geval dergelijke spreekkoren te horen zijn zullen BVO’s directer en zichtbaarder optreden dan voorheen. Dergelijke spreekkoren behoeven niet te voldoen aan kwalificaties als bijvoorbeeld massaal, repeterend of langdurig. Bij signalering van discriminatoire, racistische en/of antisemitische spreekkoren zal door de thuisspelende BVO direct actie worden ondernomen door de stadionspeaker het publiek toe te laten spreken, waarbij het publiek dringend wordt verzocht tot het beëindigen van dergelijke spreekkoren. Hierbij dient de stadionspeaker het publiek te waarschuwen dat bij voortzetting/herhaling van dergelijke spreekkoren, de wedstrijd direct zal worden stilgelegd. Een BVO waarschuwt het publiek dus maar één keer. Ingeval de spreekkoren worden voortgezet/herhaald, dan kan de scheidsrechter op verzoek van de thuisspelende BVO de wedstrijd (tijdelijk) stilleggen, waarna de stadionspeaker het publiek hierover informeert en het publiek nogmaals dringend verzoekt tot beëindiging van dergelijke spreekkoren. De thuisspelende BVO dient op dat moment met de lokale overheid in overleg te treden voor het geval dat de wedstrijd definitief wordt gestaakt. Na de (tijdelijke) stillegging kan de wedstrijd door de scheidsrechter worden hervat indien de spreekkoren zijn gestopt. Ingeval de spreekkoren worden voortgezet/herhaald, dan kan de scheidsrechter op verzoek van de thuisspelende BVO de wedstrijd definitief staken. De stadionspeaker dient het publiek te informeren over het definitief staken van de wedstrijd en dient het publiek te verzoeken het stadion te verlaten volgens de instructies van het veiligheidspersoneel.

e. In het geval van andersoortige spreekkoren die bijvoorbeeld massaal, repeterend of langdurig zijn, zal de thuisspelende BVO het publiek via de stadionspeaker tweemaal (kunnen) waarschuwen voordat de thuisspelende BVO de scheidsrechter verzoekt de wedstrijd (tijdelijk) stil te leggen.

f. Aanstichters van en/of deelnemers aan ongewenste spreekkoren worden opgespoord en vervolgens gecorrigeerd via de ketenbenadering: BVO, supportersvereniging, KNVB, politie en justitie.

g. Ingeval van ongewenste spreekkoren en/of verbaal geweld vanuit het bezoekersvak, stelt de thuisclub haar faciliteiten ter beschikking aan de veiligheidsorganisatie van de uitclub om maatregelen te nemen, waaronder het inzetten van de stadionspeaker.

Preventie

De KNVB stelt dat het gedrag van officials, trainers en spelers van grote invloed is op het supportersgedrag. Dit betekent dat de gedragscode, waarvan een voorbeeldwerking uitgaat, strikt dient te worden nageleefd. Verder scheppen BVO’s in samenwerking met hun supportersverenigingen duidelijkheid over de tolerantiegrenzen. Overschrijding van deze grenzen dient, waar mogelijk, te leiden tot gedragscorrectie.

Ten aanzien van de tolerantiegrenzen komen de lokale ketenpartners tot optimale onderlinge afstemming over beleid en daaruit voortvloeiende maatregelen. De ketenpartners zijn: BVO’s, supportersvereniging, politie, justitie en gemeente. Het beleid is er in principe op gericht de (potentiële) daders - in het bijzonder de aanstichters - uit de anonimiteit te halen en hen aan te spreken op vertoond gedrag.

Goed gedrag wordt juist gestimuleerd en, zo mogelijk, beloond.

Beheersmatig optreden

1. De rol van de BVO’s (onder uitdrukkelijke eindverantwoordelijkheid van bestuur/directie):

a. Afspraken maken (en/of communiceren) met:

  • De stadionspeaker (eventueel een eigen speaker voor toespreken aanhang uitspelende BVO);
  • Het arbitrale kwartet;
  • De politie; de officier van justitie;
  • De beide stewardgroepen;
  • De supporterscoördinatoren van beide BVO’s;
  • De aanvoerders van beide spelersgroepen;
  • De begeleidingsgroep van de uitspelende BVO.    

b. Over onder andere:

  • Onmiddellijk optreden door de BVO onder regie van directie/bestuur tegen ongewenste spreekkoren;
  • De - wijze van communicatie over de - tolerantiegrenzen in het betreffende stadion;
  • De inzet van de BVO, bijvoorbeeld door stewards en het Closed-circuit Television, om aanstichters van, en deelnemers aan, ongewenste spreekkoren te lokaliseren en te identificeren;
  • De inzet van de BVO en de politie om aanstichters van, en deelnemers aan, ongewenste spreekkoren op te sporen en aan te houden;
  • Het vervolgingsbeleid van de officier van justitie en de melding aan de KNVB (voor het opleggen van een stadionverbod).

c. En vastleggen in:

  • het convenant (jaarlijks);
  • (integrale) beleidsplannen (incidenteel);
  • het veiligheidsdraaiboek (voor elke wedstrijd).

2. De rol van de scheidsrechter:

  • Kennisnemen van het lokale beleid;
  • Kennisnemen van de wedstrijdorganisatie;
  • Wanneer de wedstrijd wordt stilgelegd op verzoek van de thuisspelende BVO, verlaat de scheidsrechter het veld en treedt hij direct in contact met de thuisspelende BVO en de lokale autoriteiten. Op basis van het lokale beleid ter bestrijding van verbaal geweld ontvangt de scheidsrechter instructies over hoe te handelen;
  • Wanneer de arbitrage constateert dat er sprake is van discriminatoire, racistische, antisemitische of andere extreme spreekkoren, dan zal de scheidsrechter –bij wijze van ultimum remedium– zelfstandig de wedstrijd stilleggen (op basis van artikel 5 van de Spelregels veldvoetbal). In een dergelijke situatie dient de scheidsrechter direct in overleg te treden met de thuisspelende BVO en de lokale autoriteiten waarbij de beleidsuitgangspunten onder d. dienen te worden gevolgd (zie bovenstaand) alsmede het lokale beleid ter bestrijding van verbaal geweld. Dit laat onverlet dat de BVO’s primair verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van spreekkoren.
  • De scheidsrechter zal in geval van constatering van bovengenoemde spreekkoren te allen tijde rapport uitbrengen aan de KNVB.

Laatste nieuws