Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.
Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.
Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.
KNVB.nl
Voor nieuws en ondersteuning van het Nederlandse voetbal.
Oranje
Het officiële kanaal van de KNVB voor alle Oranjefans.
Voetbal.nl
Hét platform voor uitslagen, standen en programma voor amateurvoetballend Nederland.
TOTO KNVB Beker
Voor het laatste nieuws, uitslagen en programma van de TOTO KNVB Beker.
Azerion Vrouwen Eredivisie
Het officiële kanaal van de Azerion Vrouwen Eredivisie met het laatste nieuws, programma, standen en alle samenvattingen.
Rinus
De online assistent voor alle jeugdtrainers van Nederland.
KNVB Campus
Voor de teams van morgen.
KNVB Shop
De officiële webshop van de KNVB.
KNVB Ticketshop
Het officiële verkoopkanaal voor de KNVB. Koop hier je tickets voor Oranje en de TOTO KNVB Beker.
Dugout
De digitale leeromgeving van de KNVB
Eén Tweetje
De online community voor bestuurders in het amateurvoetbal.
KNVB Expertise
Kennis- en innovatiecentrum voor Betaald Voetbal.
Voetballende meiden en vrouwen zijn sinds 1971 onderdeel van de KNVB. Met name in deze eeuw heeft het aantal vrouwelijke leden een vogelvlucht genomen. Als we komend seizoen 2020/’21 het vijftigjarig jubileum vieren, kent de KNVB bijna 160.000 vrouwelijke leden. Vele meiden en vrouwen hebben hun plek in de voetbalwereld gevonden, maar op een aantal vlakken zijn er zeker nog belangrijke stappen te zetten.
Het is nu tijd voor die volgende stap. We willen de komende jaren nog meer en beter passende plekken voor spelers creëren en alles op alles zetten om ook vrouwen aan ons te binden in andere voetbalrollen, bijvoorbeeld als bestuurder, trainer en scheidsrechter. De ambitie is dat vrouwen in 2022 op alle fronten verder geïntegreerd zijn en onvoorwaardelijk deel uitmaken van het voetbal. Om dit te bewerkstelligen, wordt de komende jaren de focus gelegd op vijf speerpunten:
Lees hieronder de volledige visie op vrouwenvoetbal in Nederland 2018-2022.
Meiden en jongens mogen in de jeugd op alle leeftijden en op alle niveaus gemengd voetballen. Vanaf O13 proberen we altijd gemengde en meidencompetities aan te bieden. Ambitieuze en talentvolle speelsters adviseren we om zo lang mogelijk gemengd te blijven spelen. Dit kan doormiddel van gemengde teams, maar ook door gemengde competities. Het is belangrijk om het plezier en de ontwikkeling van individuele jeugdvoetballers centraal te zetten. Voor verenigingen is het een belangrijke vraag hoe zij jongens en meiden het beste kunnen indelen. Hierop heeft de KNVB een visie op gemengd voetbal ontwikkeld.
Het uitgangspunt hierbij is om jongens en meiden te laten voetballen in een veilige omgeving, waar zij met veel plezier beter kunnen leren voetbalen. Gemengd voetballen is leerzaam voor jongens en meiden van alle leeftijden. Tot en met 11 jaar zijn er namelijk nauwelijks verschillen die invloed hebben op het samen voetballen. Daarom adviseren we om spelers en speelsters t/m 11 jaar gemengd voetbal te laten spelen. Teams en competities worden bij voorkeur niet ingedeeld op basis van sekse, maar op basis van (voetbal)leeftijd, ambitie, motivatie en niveau. Kinderen spelen dan meer samen met ‘gelijkgestemden’ waardoor teams en competities beter aansluiten. Dit is beter voor de ontwikkeling van kinderen en plezier in het voetbal.
KNVB staat voor plezier en ontwikkeling in het jeugdvoetbal
Hoe kunnen we plezier en ontwikkeling van individuele jeugdvoetballers centraal zetten? Dat is voor veel verenigingen een belangrijke vraag.
Achtergronden KNVB-visie op gemengd voetbal
Lees hier een korte toelichting bij de achtergronden van de KNVB-visie op gemengd voetbal.
Gemengd voetballen in een uniek team bij SC 't Gooi
Gemengde teams waarin één of twee meisjes meespelen zijn inmiddels gemeengoed in het pupillenvoetbal, maar een gemengd team met daarin één jongen is uniek.
Voor het introduceren en implementeren van gemengd voetballen verwijzen we naar het digitale magazine gelijke kansen en gemengd voetballen. In dit magazine ga je in vijf stappen van verdieping en visieontwikkeling, naar organisatie en implementatie van de inhoud om tot slot het proces en de inhoud te evalueren en weer vervolgstappen te kunnen nemen. Per stap wordt er kennis en inzichten, praktijkverhalen en werkvormen aangereikt waarmee je aan de slag kunt.
Bij de KNVB is jeugdvoetbal het uitgangspunt, voetbal voor jongens en voor meiden. Door de jeugdspeler centraal te zetten ben je in staat het voetbal zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de drijfveren van de jeugdspelers zelf. Het bieden van jeugdvoetbal waarbinnen meiden en jongens met plezier kunnen leren voetballen in een veilige omgeving wil iedereen. Met dit uitgangspunt kun je een algemeen en jeugdvoetbalbeleidsplan maken die iedere vereniging op eigen wijze kan inrichten en (door)ontwikkelen. Je hebt dan een mooie kapstok waardoor je alle meiden en jongens zo goed mogelijk een passende plek kunt bieden binnen de vereniging. Daarbinnen kun je dan altijd ook nog ruimte maken voor specifieke zaken voor specifieke doelgroepen. Bijvoorbeeld zaken die specifiek zijn voor meiden of jongens, of zaken die specifiek zijn voor prestatieve en recreatieve teams. Meiden zijn bijvoorbeeld vaak met een kleiner aantal binnen de vereniging, dit kan leiden tot specifieke vertaling van het beleid.
De KNVB ziet graag inclusieve organisaties en verenigingen.
Om de gelijkwaardigheid van meiden en jongens binnen de vereniging te waarborgen is het niet wenselijk om ook (veel) specifieke uitgangspunten op te stellen in het beleid. De KNVB ziet namelijk graag inclusieve organisaties en verenigingen, waar jongens en meiden, mannen en vrouwen samen verantwoordelijkheid nemen voor het voetballen. Een vereniging is een afspiegeling van de maatschappij, waarin we ook samen optrekken, op school, tijdens de gymles of tijdens het uitgaan.
Daarbij verschillen meiden en jongens niet eens zo veel van elkaar in hun wensen, behoefte en drijfveren. Jongens onderling verschillen bijvoorbeeld meer van elkaar dan dat er verschillen zijn tussen jongens en meiden. Ook is het de vraag welke verschillen zijn relevant voor het voetballen.
Elk kind en dus ook elke jeugdspeler is uniek. Bij het begeleiden van jeugdspelers tijdens het trainen of de wedstrijden is het van belang hiervan goed op de hoogte te zijn. Veel factoren spelen een rol in de ontwikkeling van jeugdspelers, waardoor deze nooit met een rechte lijn omhoogloopt. Die begeleiding is een enorm mooie, maar ook uitdagende taak. Als je dit goed doet kun jij het verschil maken voor al jouw spelers. Onderstaande video en uitleg helpen je daarbij.
Naast dat er individuele verschillen zijn, zijn er zeker ook overeenkomsten tussen kinderen. Door goed naar de kinderen te kijken en luisteren, ga je deze overeenkomsten ook herkennen. Dit maakt het in sommige gevallen overzichtelijker voor jou als trainer hoe te handelen. De aanname die nogal eens gedaan wordt is dat de verschillen gebaseerd zijn op sekse, maar er zijn bewezen meer overeenkomsten in de groep jongens en meiden dan binnen de groep jongens of binnen een groep meiden alleen.
De ontwikkeling van ieder individu verloopt op zijn of haar eigen en onvoorspelbare wijze. Zo is het goed om rekening te houden met verschillen die er binnen dezelfde leeftijden zijn. Deze verschillen kunnen groter of juist kleiner worden met de tijd. De verschillen hebben gevolgen voor de wijze waarop de spelers het spel (kunnen) spelen, beleven en ook hoe ze zich gedragen. De zogeheten kalenderleeftijd, biologische leeftijd en voetballeeftijd die hier onder andere aan ten grondslag liggen, worden hieronder nader toegelicht.
De kalenderleeftijd is gebaseerd op de geboortedatum van een speler. De peildatum in het voetbal is 1 januari. Dit betekent dat er tussen een speler geboren begin januari en eind december bijna één heel jaar verschil kan zitten. En dat terwijl ze wel in hetzelfde team of in ieder geval geboortejaar kunnen voetballen. Dit verschil van bijna twaalf maanden betekent voor een speler van 7-8 jaar zo’n 10 tot 15% achterstand ten opzichte van de speler die in januari geboren is.
Twee spelers kunnen in kalenderleeftijd net zo oud zijn, terwijl de een al veel verder is in zijn fysieke en motorische ontwikkeling dan de ander. Een verschil in voetbalvaardigheden is dan soms ook zichtbaar. Dit uit zich bijvoorbeeld in het hebben van meer lengte, kracht, snelheid, hetgeen van invloed kan zijn op het voetballen op ‘dat moment’. De groeispurt start bij ieder kind op een ander moment. Bij meisjes gemiddeld tussen 10- en 14 jaar en jongens tussen de 13 en 16 jaar. Waar een speler zich in de groeiontwikkeling precies bevindt noemen we de biologische leeftijd.
Voor jongens en meiden die jong zijn in biologische leeftijd is er een specifieke dispensatieregel.
De voetballeeftijd zegt alles wat invloed heeft op de ervaring die de speler heeft met voetballen en de beweging die daarbij hoort. Hoe lang je op voetbal zit, hoe vaak je traint en wedstrijden speelt op de club. Hoe vaak je naast het voetballen op de club nog voetbalt op straat, op school of andere plekken. Je voetballeeftijd is ook afhankelijk van je ervaring met bewegen. Sommige kind(eren) bewegen al veel en gevarieerd van jongs af en van spelen op straat, klimmen in bomen, rennen, fietsen, etc. Je gevoel voor bewegen is gebaseerd op je ervaring met bewegen en dit heeft ook weer invloed op je bewegen in het voetballen.
Er kan in het algemeen gesteld worden dat jongens eerder en meer gestimuleerd worden om te bewegen dan meiden. Maar in aanleg is het niet zo dat jongens beter kunnen bewegen en dus beter kunnen voetballen dan meiden. Het is dus belangrijk om alle meiden en jongens van jongs af aan te stimuleren om te bewegen. Ook kunnen kinderen verschillen beleven in hoe er vanaf het eerste jaar van de voetbalopleiding met hen wordt omgegaan. Bijvoorbeeld als het gaat om selectie en niet-selectie of wel of niet gemengd voetballen. Een andere vorm van (automatische) dispensatie is dat meiden als ze spelen in de gemengde jeugd onder competitie een jaar ouder mogen zijn m.u.v. O7, O8, O9 omdat hier het verschil in voetballeeftijd en fysieke ontwikkeling nog niet of nauwelijks aanwezig is. Onderstaand gaan we verder in op de verschillen en overeenkomsten.
Onderstaand zijn de verschillen en overeenkomsten op hoofdlijnen beschreven, de verschillen bij O6, O7 zijn minimaal en worden groter naarmate kinderen ouder worden. Houd er wel rekening mee dat het bij deze kenmerken om een gemiddelde van alle kinderen gaat.
Vanaf O13 worden de verschillen tussen meiden en jongens dus langzaam groter en kunnen ze relevant worden binnen het spelen van voetbal. Het is goed om in deze leeftijd meiden blijvend te stimuleren gemengd te voetballen. Maar er is mogelijk ook een groep meiden waarvoor het verschil 'te groot' gaat worden. Om alle meiden nog een passende plek te bieden is het vanaf deze leeftijd van belang dat meiden gemengd kunnen blijven spelen en daartoe gestimuleerd worden. Er zijn drie mogelijkheden die aangeboden kunnen worden:
Het is belangrijk scherp in de gaten te houden of alle individuele meiden op hun plek zitten.
Alleen als je alle drie de opties kunt aanbieden kun je voor alle meiden op individuele basis een passende plek aanbieden. Veel clubs hebben nog niet het aantal meiden om dit volledige palet aan keuzes te kunnen bieden. Het is dan ook altijd belangrijk om scherp in de gaten te houden of alle individuele meiden op hun plek zitten. Als dit niet zo is dan is de kans groot dat een speelster gaat uitstromen. Dat wil niemand dus zorg dat een betreffende speelster in ieder geval behouden kan worden voor het voetballen. Al is het niet bij de eigen vereniging. Een andere oplossing is om een samenwerking te zoeken met één of meerdere andere verenigingen om meer meiden een passen plek te bieden.
Een passende plek is een plek die past bij de leeftijd, niveau, motivatie en ambitie van een jeugdvoetballer waarbinnen de jeugdspeler zich veilig voelt en zich met plezier kan ontwikkelen.
Op een passende plek krijgt iedere individuele jeugdspeler trainingen en wedstrijden aangereikt waarbinnen de jeugdspeler uitdaging ervaart. Opdrachten en oefeningen moeten kunnen lukken en mislukken. Als alles lukt of alles mislukt dan zal een jeugdspeler niet het gevoel hebben succesvol te kunnen zijn. Als alles lukt dan hebben jeugdspelers niet het gevoel dat ze nog beter kunnen worden in het team of onder begeleiding van de betreffende trainer waardoor ze uitdaging missen en mogelijk plezier verliezen. Als alles mislukt dan gaan jeugdspelers steeds grotere drempels ervaren om opdrachten/oefeningen uit te voeren. Het zelfvertrouwen en plezier zal dan afnemen.
Balans vinden in lukken en mislukken voor iedere individuele speler binnen een team is van groot belang. Van belang voor de mate van plezier, ontwikkeling en behoud van de jeugdspeler.
Meer vrouwen in voetbaltechnische functies
Steeds meer meiden en vrouwen voetballen, maar waar blijven de vrouwelijke trainers, hoofden opleiding en leden van de technische commissie/bestuur bij verenigingen? Staan verenigingen wel echt open voor vrouwelijke trainers of blijft 50% van ons potentiële kader vooralsnog onbenut? Hoe kijken vrouwen zelf naar hun mogelijke rol als bijvoorbeeld trainer?