Daarom is het goed om van tevoren door te spreken hoe een vergadering nou in zijn werk gaat of om even langs de lijn te staan bij de eerste wedstrijd. Zo kunnen de vrijwilligers snel bij je terecht met een vraag, kun je ze verder op weg helpen én voelen ze zich gezien en gewaardeerd. Eventueel kun je een bestuursactiviteit of wedstrijd nog nabespreken of werken met een reflectieformulier. Hoe heeft de vrijwilliger het ervaren en waar kan de vereniging nog bij helpen?

Evalueer regelmatig

Uit zo'n evaluatie kan naar voren komen dat de vrijwilliger op dit moment toch nog onvoldoende vaardigheden of kennis heeft om zijn werk goed te kunnen doen. Bepaal dan samen hoe je dat het beste op kunt lossen. Is een training of cursus wenselijk (zie dan stap 5. (Door)ontwikkelen), of zijn er andere oorzaken waardoor de vrijwilliger zijn taken nu niet helemaal naar wens kan uitvoeren? Hierbij kun je denken aan het feit dat de vereniging misschien slecht bereikbaar is met het OV of aan een mogelijke taalbarrière, bijvoorbeeld als of de vrijwilliger zelf of andere mensen op de vereniging niet goed Nederlands spreken. Het kan natuurlijk ook dat de werkgroep of commissie die zich bezig heeft gehouden met de werving van de vrijwilliger, in hun eigen wervingsproces iets over het hoofd heeft gezien. Evalueer daarom niet alleen het handelen van de vrijwilliger, maar ook de werkwijze van het werven.

Wil je als vereniging aan de slag met de fase 'op weg helpen'? Maak dan gebruik van de onderstaande vragenlijsten. Hoewel deze zijn uitgewerkt voor trainers en scheidsrechters, zijn ze uiteraard ook toe te passen op alle andere vrijwilligersollen: