Wat houdt jongeren bezig?
Elke leeftijdscategorie heeft zijn eigen aanpak en alle jongeren zijn uniek. Lees wat jongeren bezighoudt en hoe daarop in te spelen als vereniging.
O15-spelers zetten hun eerste stap naar de volwassenheid. Als het gaat om voetbal, doen ze dat met overgave. Ze storten zich op hun posities en taken in het veld, staan open voor samenwerking en worden fysiek sterker. Ze beginnen het veeleisende 11 tegen 11-spel beter te beheersen.
Welke ontwikkeling maken ze door op voetbalgebied?
- De groeispurt gooit alles in de war. In korte tijd worden ze groter en krachtiger. Deze versnelde lichaamsgroei zorgt ook voor verwarring, omdat ze merken dat ze onhandiger met de bal zijn geworden door de nieuwe lichaamsverhoudingen.
- Bij de O15-spelers neemt de (reeds aanwezige) kritiek op de eigen prestatie verder toe, alsmede de kritiek op anderen. Ze vertrouwen steeds meer en beter op hun eigen oordeel en mening.
- Spiegelden spelers zich als O13-speler nog in hoge mate aan idolen aan de top, nu vergelijken ze zich meer realistisch met medespelers. Er ontstaat verantwoordelijkheidsgevoel, ze houden meer rekening met anderen.
- De toegenomen zelfkritiek en verantwoordelijkheid uiten zich in de toegewijde manier waarop O15-spelers zich storten op de basistaken die behoren bij hun posities in het veld. Taken worden onderling ook beter verdeeld. Twee of drie verdedigers houden zich niet zo vaak meer bezig met dezelfde aanvaller van de tegenpartij.
Wat houdt ze bezig buiten het voetbalveld?
- Ze zijn vooral geïnteresseerd in wat hun vrienden vinden en doen.
- Ze zijn zeer beïnvloedbaar voor groepsdruk en onderlinge groepsverbanden.
- School is de plek waar ze zijn, vrienden ontmoeten en ondertussen leren.
- Social media gebruiken ze voor contact met vrienden, tijdverdrijf, gaming & het volgen van influencers op bijvoorbeeld YouTube en Instagram.
- Eigen belang staat voorop en ze komen niet snel in actie voor iets; bijvoorbeeld vrijwilligerswerk op de vereniging.
- Merkvoorkeur wordt tot ongeveer het 14e levensjaar opgebouwd, waardoor goede ervaringen bij de vereniging zorgen voor een clubgevoel voor het leven.
Leeftijdspecifieke kenmerken 014 & 015.
O17-spelers rijpen stormachtig, fysiek en geestelijk. Met de juiste begeleiding is deze groep in staat om gezamenlijk een resultaat neer te zetten.
Welke ontwikkeling maken ze door op voetbalgebied?
- Meisjes zijn rond hun vijftiende uitgegroeid, jongens groeien in de lengte nog even door. Ook worden jongens breder, maar niet altijd sterker. Ze ervaren minder controle over hun ledematen. Daarbij puberen ze volop. Ze kunnen lusteloos zijn, onredelijk, humeurig. Wel is voor jongens winnen belangrijker dan ooit. Meisjes kunnen winst en verlies beter relativeren.
- O17-spelers willen zichzelf bewijzen. Het tempo op het veld ligt plotseling zeer hoog en er wordt overdreven scherp gedekt. De bewijsdrang kan resulteren in onbesuisde slidings, misplaatste trap buitenkantje voet, explosieve reacties op een beslissing van de scheids.
- O17-spelers wagen zich vaak aan acties die voor het team weinig rendement hebben. Bij spelers in deze leeftijd is het besef van teamtaken, taken per linie en van elke positie inmiddels op hoofdlijnen aanwezig. Het afstemmen van taken is aan de orde gekomen bij de O15. Nu gaat het erom dat spelers hun handelingen op elkaar afstemmen en dat dit bijdraagt aan het winnen van de wedstrijd.
Wat houdt ze bezig buiten het voetbalveld?
- Ontwikkelen van de eigen identiteit wordt steeds belangrijker.
- Was de vriendengroep in O15 nog het belangrijkste, vanaf ongeveer 15 jaar gaan ze zich steeds meer afzetten (van ouders, school, merken) en wordt het vormen van een eigen identiteit belangrijker.
- School is nog steeds de plek waar ze zijn, leren en vrienden hebben.
- Het verkrijgen en verdienen van eigen geld wordt belangrijker. Meer tijd gaat uit naar bijbaantjes.
- Social media gebruiken ze voor contact met vrienden en tijdverdrijf.
Leeftijdspecifieke kenmerken 016 & 017.
O19-spelers zijn fysiek en geestelijk rijp om hun aangeboren talenten, de voetbalvaardigheden die ze zich hebben eigengemaakt én alle lessen die hen tot nu toe zijn aangedragen uit te voeren en in dienst te stellen van het teamresultaat. Ze spelen als team – om te winnen.
Welke ontwikkeling maken ze door op voetbalgebied?
- Zijn O17 nog jongens, O19 komen op je over als mannen. Ze zijn breder, atletischer en ook geestelijk zijn ze evenwichtiger. Dit komt hun spel ten goede. In kleine ruimtes zijn ze beter bestand tegen druk en ze hebben meer overzicht over het spel.
- O19-spelers zijn nog geen volleerde voetballers, maar het is nog slechts een kwestie van rijpen. Alles wat hen tot nu toe is aangereikt, moet alleen nog op de juiste plek vallen. De onrust die zo kenmerkend is voor O17-spelers maakt nu plaats voor een meer beheerst optreden. Er ontstaat een zekere zelfcontrole. Gebeurtenissen binnen het team en opstootjes op het veld worden zakelijker benaderd.
- O19-spelers gaan op niveau het debat met je aan.
- O19-spelers kiezen tussen uitgaan of op tijd naar bed, tussen voetbal als sociaal gebeuren of als prestatiesport, tussen de O19-2 en O19-1? Kiezen ze voor een selectieteam en belanden ze op de bank?
- De O19-speler kiest er nu ook voor gericht te trainen op de specifieke taken die bij zijn positie en linie in het veld horen. Hij wordt specialist en gaat alle relevante voetbalhandelingen beheersen die bij zijn positie op het veld horen. Hij beschikt over het vereiste spelinzicht en kan doelgericht communiceren met medespelers. Hij leert in dienst van het team en het doel te spelen.
Wat houdt ze bezig buiten het veld?
- Eigen identiteit is gevormd.
- In deze fase staan veranderingen in het leven centraal (nieuwe school / baan). Vrienden zijn belangrijk maar niet meer leidend in beslissingen.
- Jongeren in deze leeftijdsfase lijken vaak al volwassen, zijn meer en meer een individu maar kunnen nog steeds onvolwassen en vanuit emotie reageren, omdat het laatste stukje van ratio in hun brein nog niet is ontwikkeld.
- Social media gebruiken ze voor contact met vrienden, tijdverdrijf en kennis van de wereld om hen heen.
- Er komt meer aandacht voor persoonlijke ontwikkeling.
Leeftijdspecifieke kenmerken 018 & 019
Verschil tussen jongens en meiden
Het Puberbrein
In deze leeftijdsfase vormen jongeren zich voor de rest van hun leven. Jongeren ontwikkelen zich langzaam tot volwassenen en creëren hun eigen identiteit. Ook het puberbrein is nog volop in ontwikkeling en is pas rond het 25e levensjaar volledig ontwikkeld. Hierdoor kunnen jongeren minder goed doelen stellen, plannen maken en de gevolgen van hun eigen acties overzien. Ook kunnen ze hun emoties nog niet zo goed reguleren en zijn ze impulsief en experimenteel. Zorg dat je met deze ontwikkeling rekening houdt wanneer je met jongeren communiceert; geef ze afgebakende opdrachten op het veld, zorg voor duidelijke communicatie over de wedstrijden en houd rekening met de (oplaaiende) emoties die in een duel kunnen ontstaan.
Jongens
Vanaf 13 jaar komen de meeste jongens in de puberteit. Het testosteronniveau van de jongens schiet vaak omhoog en dat zorgt voor seksuele ontwikkeling, lichamelijke kracht en de neiging om stoere en onverantwoordelijke dingen te doen. De fysieke groei verloopt bij jongens vaak langzamer en onregelmatiger dan bij meiden. Jongens hebben dan ook vaak een groeispurt. Ook reageren ze vaak snel en impulsief, zonder over de gevolgen van hun acties na te denken. Dit komt omdat de hersenen van jongens zich op een andere manier ontwikkelen dan meisjes. Bij prikkels nemen de hersenen het stuur sneller over en kunnen jongens die impulsen minder goed beheersen. Het kan tot na het 20e jaar duren voordat een jongen deze impulsen beter kan beheersen.
Meiden
Vanaf 11 jaar komen de meeste meiden in de puberteit. Ze lopen qua emotionele en cognitieve ontwikkeling voor op jongens van dezelfde leeftijd. Waar bij jongens vaak een groeispurt voorkomt, verloopt de fysieke groei bij meisjes iets geleidelijker. Ook zijn meisjes minder snel en impulsief. De ontwikkeling van de hersenen van meiden verloopt anders, waardoor zij sneller de remming van impulsen ervaren. Zij zullen vaker eerst nadenken voordat ze iets doen. Dat kan leiden tot verstandige keuzes, maar ook tot verwarring, niet kunnen kiezen en het handelen maar aan anderen overlaten. Het bieden van veilige sociale omgeving en het begeleiden in ‘nieuwe’ ervaringen/leren is bij meiden meer van belang dan bij jongens.