Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen

Op 1 juli 2021 treedt de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen ('WBTR') in werking. Hierdoor veranderen sommige regels voor bestuurders van verenigingen. Op deze pagina vind je een toelichting op deze wet door middel van vragen (en antwoorden) en een stappenplan. We leggen uit wat de wet precies inhoudt, wat er verandert en wat je als bestuurder de komende periode moet gaan doen.

Om je als bestuurder een beeld te geven van wat de WBTR inhoudt en in welke gevallen het van belang is, hebben we hieronder drie hypothetische situaties geschetst.

  • De voorzitter heeft een zwager die (als erkend aannemer) voor 10.000 euro de dugouts wil vervangen.
  • Het gehele bestuur is tegelijk ziek geworden en niet langer in staat te besturen.
  • Het gaat niet goed met de vereniging en deze gaat failliet. Nu blijkt dat jouw medebestuurder de financiële administratie de afgelopen jaren niet (goed) heeft bijgehouden. Dit wist jij als bestuurder wel, maar je hebt hem of haar er destijds niet op aangesproken. De financiën waren tenslotte niet jouw taak.
 

Wat is de WBTR?

De WBTR is een wet die op 1 juli 2021 in werking treedt. In 2016 werd hij al aangekondigd. Sindsdien is er in de wet veel aangepast en gewijzigd. Pas in 2020 vond de Tweede Kamer de wet goed en duidelijk genoeg om in werking te laten treden.

Met de WBTR verandert er een aantal dingen in de wet voor bestuurders van verenigingen en stichtingen. De wetgever vond de wet daarover nog niet duidelijk genoeg was.

Voor bestuurders van BV’s en NV’s zijn de taken en verplichtingen al wel duidelijk opgeschreven in de wet. De WBTR probeert die regels zoveel mogelijk te uniformeren. Dat betekent dat de regels voor bestuurders van verenigingen en stichtingen zoveel mogelijk gaan aansluiten bij de regels voor bestuurders van BV’s en NV’s. Dit is allemaal bedoeld om te kwaliteit van het besturen te verhogen.

 

Wat houdt de WBTR in?

De WBTR verandert een aantal regels voor bestuurders en toezichthouders van verenigingen en stichtingen. De voor de vereniging belangrijkste onderwerpen bespreken we hieronder.

Taakvervulling

In de wet wordt opgenomen dat bestuurders zich “bij de vervulling van hun taak richten naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden organisatie”. Dat betekent simpel gezegd dat als je als bestuurder altijd de vereniging in je achterhoofd moet houden.

In de statuten van de vereniging staat het doel van de vereniging omschreven (vaak in het begin). Lees dit deel eens goed door. Bij een voetbalvereniging zal dit vaak iets zijn in de trant van “het beoefenen en bevorderen van de voetbalsport in al zijn verschijningsvormen”. Als dit het doel is van de vereniging, dan is het niet in het belang van de vereniging wanneer je als bestuur besluit deze voetbalvelden zo maar om te bouwen tot cricketvelden. Ook is het niet in het belang van de vereniging om als bestuurder veel geld uit te geven, terwijl de vereniging het juist financieel moeilijk heeft.

Hoewel deze bepaling (nog) niet in de wet stond, werd in de praktijk al wel aangenomen dat bestuurders van verenigingen zo moesten handelen.

Stemrecht

De WBTR bepaalt dat je als bestuurder nooit meer stemmen mag uitbrengen dan de overige bestuurders tezamen. Het mag dus niet zo zijn dat één bestuurder vier stemmen mag uitbrengen en de overige drie bestuurders allemaal maar één. Dan kan de bestuurder met vier stemmen eigenlijk altijd het beleid alleen bepalen. Dat mag niet meer. Controleer dus in de statuten hoe de stemverhouding binnen het bestuur is geregeld.

Als je de statuten van de KNVB hebt aangehouden, dan hoef je de statuten op dit punt niet aan te passen. Hier is namelijk geen afwijkende stemverdeling in opgenomen.

Als je statuten wel een stemverhouding hebben die niet meer is toegestaan, dan is die regeling nog geldig tot vijf jaar na de inwerkingtreding van de WBTR óf het moment dat je je statuten aanpast (het ligt er dus aan wat eerder gebeurt).

Belet en ontstentenis

Het is na de inwerkingtreding van de WBTR verplicht om in de statuten te voorzien in een regeling voor gevallen van belet en ontstentenis van het gehele bestuur. Belet en ontstentenis zijn juridische begrippen. Belet betekent dat je tijdelijk je functie als bestuurder niet kan of mag uitoefenen. Bijvoorbeeld omdat je bent geschorst, ziek bent of voor een lange periode in het buitenland zit. Je kunt dan als bestuurder een tijdje je functie niet uitoefenen, maar de verwachting is wel dat je dit op een gegeven moment weer wel kunt. Bij ontstentenis ontstaat er echt een vacature. Bijvoorbeeld omdat de bestuurder is afgetreden, ontslagen of is overleden.

De WBTR bepaalt dat je in de statuten iets moet opnemen voor de situatie dat er sprake is van belet/ontstentenis van alle bestuurders. Dat is belangrijk, want als er (even) geen bestuur is, kunnen er ook geen besluiten worden genomen en staat de vereniging als het ware stil.

Controleer als bestuur of je hiervoor al een bepaling in de statuten hebt opgenomen. De kans is groot dat dat nog niet het geval is. In dat geval kun je gebruikmaken van de modelstatuten van de KNVB. Hierin is een bepaling opgenomen voor belet/ontstentenis van alle bestuurders.

Je moet deze bepaling opnemen in de statuten bij de eerstvolgende statutenwijziging. Dit hoeft dus niet al voor 1 juli 2021, maar dat kan ook pas volgend jaar (of later). Als de statuten erg verouderd zijn (van voor 1992), adviseren we wel om dit snel aan te pakken. Een statutenwijziging kost geld. We raden daarom ook aan om van dit moment gebruik te maken om eens kritisch naar de huidige statuten te kijken. Misschien zijn er nog wel meer dingen die je wilt aanpakken. Dat kun je dan gelijk meenemen, zodat je maar één keer langs de notaris hoeft en de statuten van de vereniging er weer een tijd tegenaan kunnen.  

Aansprakelijkheid bij faillissement

De WBTR geeft regels voor aansprakelijkheid van bestuurders van verenigingen in geval van faillissement wegens onbehoorlijke taakvervullingen. Dit betekent simpel gezegd dat als de vereniging failliet gaat en je hebt er als bestuur een puinhoop van gemaakt, je dan persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het tekort in faillissement.

Op het moment dat een vereniging failliet gaat, wordt er een curator benoemd. De curator is iemand die het faillissement afwikkelt en de belangen van de schuldeisers zo goed mogelijk behartigt. Het behoort ook tot het werk van de curator om te kijken of het bestuur de afgelopen tijd zijn werk goed heeft gedaan. Als dat niet het geval is, dan kan de curator het bestuur aansprakelijk stellen voor het boedeltekort om zo de schuldeisers toch nog (een beetje) te kunnen betalen.

Deze regel voor aansprakelijkheid in faillissement is niet helemaal nieuw. Ook nu al kan de curator je als bestuur aansprakelijk stellen in geval van faillissement van de vereniging. Hij gebruikt dan alleen andere (algemenere) gronden in de wet. Die gelden ook voor situaties buiten faillissement. Met de WBTR komt er nu een speciaal artikel voor aansprakelijkheid in faillissement. Dit maakt het voor een curator makkelijker om het bestuur aansprakelijk te stellen. Een vergelijkbare bepaling was er al voor de BV en de NV, maar nog niet voor verenigingen. Ook hier sluit de wetgever dus weer aan bij de regels voor de NV en de BV.

Het artikel bepaalt nu dat in geval van faillissement elke bestuurder hoofdelijk aansprakelijk is voor het boedeltekort, als het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Het boedeltekort is simpel gezegd het bedrag dat de schuldeisers nog moeten krijgen.

Of het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en of dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement, moet per geval worden bekeken. De wet bepaalt wel dat het in een paar gevallen vaststaat:

  • Het bestuur heeft geen, of onvoldoende (financiële) administratie bijgehouden;
  • De jaarrekening is niet openbaar gemaakt;
  • De jaarrekening bevat misleidende informatie.

Dit betekent dat als je als bestuur de jaarrekening niet openbaar hebt gemaakt en de vereniging vervolgens failliet gaat, de curator dan niks meer hoeft te bewijzen en het bestuur daarom al aansprakelijk kan stellen. Dit bewijsvermoeden geldt alleen voor verenigingen waarvan de statuten zijn opgenomen in een notariële akte en die vennootschapsbelasting moeten betalen, of verenigingen die verplicht zijn een jaarrekening op te stellen.

Als je dit als vereniging niet hoeft, dan ligt de bewijslast bij de curator. De curator zal dan moeten aantonen dat sprake is van onbehoorlijk bestuur én dat het aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement.

Dit is vrij ingewikkelde materie. Als bestuurder is het daarom belangrijk dat je goed weet wat je taken en verplichtingen zijn. Ga daarom met het bestuur na of je vennootschapsbelastingplichtig bent en/of verplicht bent een jaarrekening op te stellen. Vrijwel alle amateurverenigingen zijn dit niet. Maar ook dan is het belangrijk om de statuten goed door te lezen, zodat je als bestuur weet aan welke financiële verplichtingen je moet voldoen. Het is dus heel belangrijk om de financiële administratie goed op orde te hebben!

Voor meer informatie over aansprakelijkheid van bestuurders in het algemeen, kun je onderstaand document bekijken.

Tegenstrijdig belang

Soms heeft een bestuurder een (privé)belang dat botst met het belang van de rechtspersoon. Bijvoorbeeld als het terrein van de vereniging verbouwd moet worden en jouw bedrijf één van de bedrijven is waar de vereniging mee zou willen samenwerken. Als jij ook in het bestuur van de vereniging zit, dan ontstaat er een dilemma. Bij jou speelt naast het belang van de vereniging (een goede verbouwing tegen een redelijke prijs) namelijk ook een eigenbelang (inkomen).

Op grond van de WBTR gaat voor deze situaties van een “tegenstrijdig belang” een vergelijkbare regeling gelden als bij de BV en de NV. Dit betekent dat de geconflicteerde bestuurder niet mag meedoen aan de beraadslaging en besluitvorming over het relevante onderwerp. Je mag dus niet meebeslissen. De overige bestuurders kunnen dan gewoon het besluit nemen. Als hierdoor geen besluit kan worden genomen - omdat de statuten bijvoorbeeld bepalen dat er ten minste drie bestuurders nodig zijn en dit aantal nu niet wordt gehaald - dan neemt de algemene ledenvergadering het besluit, tenzij de statuten anders bepalen.

Let op dat “tegenstrijdig belang” niet nieuw is! Nu staat er in de wet namelijk dat wanneer er iemand uit het bestuur een tegenstrijdig belang heeft, het hele bestuur vertegenwoordigingsonbevoegd wordt. Dat wil zeggen dat het bestuur geen besluit meer over dat onderwerp mag nemen. De algemene ledenvergadering moet dan een persoon aanwijzen die de vereniging mag vertegenwoordigen.

Als bestuur moet je daarom goed in de statuten kijken wat er nu is bepaald over het tegenstrijdig belang. Als daar iets in is bepaald dat anders is dan de nieuwe regeling in de WBTR, dan geldt die regeling na 1 juli 2021 niet meer. Ook zullen de statuten dan, bij de eerstvolgende statutenwijziging, aangepast moeten worden. Als gebruik is gemaakt van de modelstatuten van de KNVB, is geen aanpassing van de statuten nodig. In deze modelstatuten is namelijk niets specifiek bepaald over tegenstrijdig belang, waardoor altijd is aangesloten bij de wet.  

Daarnaast is goed om als bestuur met elkaar te bespreken wanneer jullie denken dat sprake is van tegenstrijdig belang bij de vereniging. Of daarvan sprake is, moet namelijk van geval tot geval worden bekeken. Het is in ieder geval goed om het er met elkaar over te hebben, zodat een bestuurder zich vrij voelt om het te melden als hij/zij denkt dat een tegenstrijdig belang zich voordoet. Ook is het heel belangrijk dat je ernaar handelt! Als je namelijk als bestuur een besluit neemt terwijl er sprake is van tegenstrijdig belang van één van de bestuursleden, dan is het besluit vernietigbaar. Dat betekent dat derden het besluit ongedaan kunnen maken. Dat is een ingewikkelde kwestie waar je niet in terecht wilt komen. Houd je daarom goed aan de regels. Als je als bestuurder twijfelt of er sprake is van een tegenstrijdig belang, is het beter om dit te melden en uit voorzorg niet mee te beslissen. Bij twijfel, niet doen!

Raadgevende stem

Het bestuur heeft een raadgevende stem in de algemene ledenvergadering. Dat gebeurde voorheen ook al, maar dat stond nog niet met zoveel woorden in de wet.

Bezoldiging

De algemene ledenvergadering kan aan de bestuurders een bezoldiging toekennen. Dat is simpel gezegd salaris. Dat was voorheen ook al mogelijk, maar dat stond nog niet in de wet.

Toezicht

De WBTR bepaalt hoe je als vereniging een raad van commissarissen kunt instellen en waar deze dan aan moet voldoen. Een raad van commissarissen is een apart orgaan binnen de vereniging dat het bestuur controleert en voorziet van advies. Soms wordt dat ook een raad van toezicht genoemd.

Ook voor de WBTR was dit al mogelijk. Er stond dan alleen niet in de wet hoe dit precies moest voor een vereniging. De KNVB heeft als vereniging bijvoorbeeld al heel lang een raad van commissarissen en een raad van advies. Deze organen zijn voor de KNVB ook heel belangrijk, omdat zij een heel grote organisatie is met haar 1,2 miljoen leden.

Bij een (kleine) amateurvereniging is een raad van commissarissen niet gebruikelijk. Dit heeft er enerzijds mee te maken dat de kascommissie de financiële zaken al controleert en ook de leden op de algemene ledenvergadering het beleid van het bestuur aan de kaak kunnen stellen. Anderzijds is het bij een amateurvereniging vaak al moeilijk om personen te zoeken die willen deelnemen in het bestuur, laat staan dat zij daarnaast nog een raad van commissarissen moeten laten samenstellen, dan wel daaraan verantwoording moeten afleggen.

Het is dus niet verplicht voor een vereniging om een raad van commissarissen in te stellen. Als je dat wel wilt, dan staat vanaf 1 juli 2021 in de wet hoe dat moet. Let op dat veel van deze wijzigingen uit de WBTR dan ook gelden voor de toezichthouders!

Monistisch bestuur

De WBTR biedt de mogelijkheid om een monistisch bestuur in te stellen, ook wel een “one-tier” board. Dit betekent dat je dan uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders hebt. Eigenlijk heb je dan een bestuur en raad van commissarissen in één orgaan.

Net als een raad van commissarissen niet gebruikelijk is bij een amateurvereniging, is een monistisch bestuur ook niet gebruikelijk. Het is niet verplicht om een monistisch bestuur in te stellen. Mocht je dit als vereniging wel willen, dan staat vanaf 1 juli 2021 in de wet hoe dat moet. Let op dat veel wijzigingen uit de WBTR dan dus gelden voor al deze bestuurders!

 

Wat moet ik als bestuurder voor 1 juli 2021 doen?

Het is belangrijk dat je voor 1 juli 2021 de veranderingen goed doorneemt, zodat je weet welke regels er vanaf die datum gelden. Praat daar ook over met de andere bestuurders, zodat jullie allemaal op de hoogte zijn van de wijzigingen. De veranderingen in de wet zijn niet heel ingrijpend, maar het is wel belangrijk dat je ze allemaal begrijpt. Mocht er namelijk toch eens iets misgaan, dan kun je je als bestuurder niet verschuilen achter het argument dat je de regels niet kende.

Je kunt hiervoor de toelichting lezen van de KNVB, maar ook andere organisaties hebben informatieve toelichtingen gemaakt. Zo staat er ook nuttige informatie op de website van NOC*NSF en de website van stichting vereniging en recht. Daarnaast is het aan te raden om eens binnen het ledenbestand te kijken of er advocaten, juristen of notarissen zijn die bereid zijn de club hiermee te helpen.

Als jullie als bestuur de veranderingen hebben doorgenomen, is het goed om te kijken of er dingen moeten veranderen in de vereniging (de statuten, het huishoudelijk reglement of, indien dat bestaat, het bestuursreglement). Let op dat dit niet vóór 1 juli 2021 hoeft te gebeuren. De kans is groot dat de statuten aangepast moeten worden, maar dat hoeft pas te gebeuren bij de eerstvolgende statutenwijziging. Dat kan dus ook pas over een paar jaar. Het is allen niet verstandig om hier jaren mee te wachten, zekerniet als de statuten van voor 1992 zijn. Grijp dit moment als bestuur aan om eens goed te kijken naar de organisatie en de statuten en bespreek wat er allemaal verbeterd kan worden. Misschien zijn er de afgelopen jaren al wel wat andere punten naar voren gekomen die aan verbetering toe zijn. Dit kun je dan allemaal in één keer meenemen als je de statuten wijzigt. Voor een statutenwijziging moet je namelijk naar de notaris. Als vereniging heb je er op de lange termijn meer aan als je dit één keer zorgvuldig doet.

 

Wanneer moeten de statuten worden gewijzigd?

De WBTR bepaalt dat je een bepaling over belet/ontstentenis moet opnemen (zie vraag: “Wat houdt de WBTR in?”). Die staat vrijwel nooit in de statuten. Je zult als vereniging dus ook de statuten moeten wijzigen. Dat hoeft niet al gebeurd te zijn voor 1 juli 2021! Je moet dit doen bij de eerstvolgende statutenwijziging, dus dat kan nog jaren duren. Het wijzigen van de statuten moet bij een vereniging via de algemene ledenvergadering en daarna moet je naar de notaris. Dat is dus nogal een klus, zeker ook omdat het nu in verband met corona lastig is om een algemene ledenvergadering te houden. Toch adviseren wij om dit niet jaren te laten liggen, maar om dit moment aan te grijpen om eens goed naar de statuten te kijken. Misschien zijn er naast deze nieuwe verplichting wel andere punten die jullie zouden willen veranderen. Dit is dan een mooi moment om dat allemaal in één keer aan te pakken.

De KNVB biedt modelstatuten aan. Deze statuten zijn “WBTR-proof”. De verplichte bepaling die er op grond van de WBTR moet inkomen, is hierin verwerkt. Daarnaast zijn de statuten “corona-proof”. Dat betekent dat er een mogelijkheid is opgenomen om digitaal te kunnen vergaderen.

Let wel op dat als je statuten ouder zijn dan 1992, het belangrijk is dat je ze op korte termijn aanpast. In 1992 is de wet namelijk grondig aangepast. Statuten van voor die periode zijn dus inmiddels echt achterhaald en aan vernieuwing toe.

 

Kan ik als bestuurder na 1 juli 2021 hoofdelijk aansprakelijk zijn?

Dit is een vraag die we veel voorbij zien komen. Het geruststellende antwoord is: Ja, maar dat kan nu ook al. Het is niet zo dat de WBTR dit introduceert. Veel bestuurders vrezen voor de hoofdelijke aansprakelijkheid. Het is belangrijk om te begrijpen dat de drempel hiervoor hoog ligt.

Hoe zit het dan precies?

Je kunt als bestuurder aansprakelijk worden gehouden als je er (even simpel gezegd) een grote puinhoop van maakt en je niet gedraagt zoals van een bestuurder verwacht mag worden en de vereniging hierdoor schade lijdt. In juridische termen moet dan sprake zijn van een “ernstig verwijt”. Wanneer daar sprake van is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Dat kan in elke situatie dus anders zijn. Maar het moet echt gaan om ernstige fouten. Uit de praktijk weten wij dat bijvoorbeeld het handelen in strijd met de statuten of de wet, het niet deponeren van de jaarstukken, het op orde houden van de boekhouding, het aangaan van verplichtingen waarvan bekend is dat de vereniging die niet kan nakomen en ongerechtvaardigde persoonlijke verrijking kunnen zorgen voor een grond van persoonlijke aansprakelijkheid. Ook is het belangrijk om te weten dat je als bestuur in zijn geheel hoofdelijk aansprakelijk bent. Dus als jouw medebestuurder zich bijvoorbeeld schuldig maakt aan een van deze dingen en jij weet dit maar niet ingrijpt, dan kun je ook hoofdelijk aansprakelijk worden gehouden. Je moet als medebestuurder dus ingrijpen bij misstanden!

Je bent dus niet zomaar aansprakelijk als bestuurder. Als je als bestuurder je houdt aan de wet en de statuten, je in het belang van de vereniging handelt en je gedraagt zoals van een normaal bestuurder mag worden verwacht, dan is het risico op persoonlijke aansprakelijkheid in principe te overzien. Wel is het dus heel belangrijk dat je als bestuur goed weet wat - op grond van de wet en de statuten - je taken zijn en waar je op moet letten.

Bekijk voor meer informatie over aansprakelijkheid onderstaand document.

Wat verandert er dan met de WBTR?

De WBTR verandert een aantal regels voor bestuurders. Het handelen in strijd met de wet of de statuten kan persoonlijke aansprakelijkheid opleveren. Daarom is het dus heel belangrijk dat je de wijzigingen goed begrijpt en ernaar handelt!

Daarnaast komt er met de WBTR een specifieke bepaling over hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders in faillissement. Op het moment dat de vereniging failliet gaat, wordt er een curator aangewezen. Die probeert de schuldeisers te betalen en zal daarbij ook kijken of het bestuur zijn werk wel goed heeft gedaan. Als de curator ziet dat dingen door het bestuur niet goed zijn gedaan, kan hij het bestuur hoofdelijk aansprakelijk stellen. Hiervoor komt nu een speciaal artikel in de wet. Dit maakt het voor de curator een stuk makkelijker. Voor de WBTR kon de curator het bestuur ook al aansprakelijk stellen, maar dat moest dan via het algemene regels van aansprakelijkheid (zie hierboven). Dat is vrij omslachtig en ingewikkeld. Nu is er hiervoor een speciaal artikel opgenomen, net als voor de BV en de NV. Dit maakt het voor de curator een stuk makkelijker.

Verzekeringen Verzekeringen Je kunt je als bestuur verzekeren voor bestuurdersaansprakelijkheid. Kijk hier voor meer informatie.

 

Wat moeten wij als vereniging aanpassen in de statuten?

Je moet als bestuur zelf kijken wat de huidige statuten bepalen en beoordelen in hoeverre ze aangepast moeten worden op grond van de WBTR. Een aantal zaken is in ieder geval van belang:

  • Belet/ontstentenis: De WBTR bepaalt dat je in de statuten iets moet opnemen over het belet/ontstentenis van alle bestuurders (zie hiervoor, “Wat houdt de WBTR in?”). Dit staat er vaak nog niet in. Je kunt hiervoor gebruik maken van de modelstatuten van de KNVB, die een bepaling hierover bevatten (artikel 10, lid 2). In die situatie kan de algemene vergadering personen aanwijzen die tijdelijk het bestuur vervangen.
  • Stemverdeling: Het mag niet meer zo zijn dat één bestuurder meer stemmen heeft dan de rest van de bestuurders bij elkaar. Kijk daarom of de statuten dit bepalen. Als dat niet het geval is, hoef je daarover niets op te nemen. Als je altijd gebruik hebt gemaakt van de modelstatuten van de KNVB, dan is het niet nodig om ze op dat punt aan te passen.
  • Tegenstrijdig belang: De regeling over tegenstrijdig belang van bestuurders is aangepast. Kijk of je daar iets over hebt opgenomen in de statuten. Als dat het geval is, dan moet dit worden aangepast. Als je altijd gebruik hebt gemaakt van de modelstatuten van de KNVB, dan is het niet nodig om ze op dat punt aan te passen.

De statuten aanpassen kost geld. Het is daarom goed om ook zaken mee te nemen die niet per se moeten op grond van de WBTR. Zo hebben veel verenigingen het afgelopen jaar problemen gehad met een algemene ledenvergadering te organiseren. Door de coronamaatregelen is de mogelijkheid tot het houden van fysieke bijeenkomsten beperkt. De regering heeft daarom een tijdelijke wet ingevoerd die het mogelijk maakt om ook digitaal te vergaderen. Dit is normaal namelijk alleen maar mogelijk als het in je statuten staat. Die wet zal - als de coronamaatregelen uiteindelijk worden opgeheven - komen te vervallen. Het is daarom aan te raden om toch een bepaling in de statuten op te nemen over digitaal vergaderen. Je kunt dan zelf beslissen of je digitaal wilt vergaderen of fysiek. Dit kan bijvoorbeeld ook handig zijn als de accommodatie wordt verbouwd.  

De modelstatuten van de KNVB hebben een bepaling over digitaal vergaderen. Ook hebben zij de verplichte toevoegingen (artikel 10 lid 2) en enkele verduidelijkingen (artikel 9 lid 5, 10 lid 6 en 17 lid 1 sub d) in het kader van de WBTR opgenomen. Je kunt deze statuten dus gebruiken om je vereniging zowel “Corona-” als “WBTR-proof” te maken.

Let wel altijd op dat deze modelstatuten zijn gemaakt om alle 3000 amateurverenigingen die de KNVB rijk is te helpen. Lees ze als bestuur dus altijd goed door en bedenk of alle bepalingen ook voor jouw vereniging werkbaar zijn. Het kan namelijk goed zijn dat jullie als vereniging juist wel een raad van commissarissen willen. Die mogelijkheid is niet opgenomen in de modelstatuten, omdat wij denken dat dit voor amateurvoetbalverenigingen niet nodig hoeft te zijn.  

De statuten moeten worden goedgekeurd door de KNVB. Leg ze daarom tijdig voor aan je Verenigingsadviseur. In de modelstatuten staat een aantal gele bepalingen die in ieder geval de statuten moeten worden opgenomen. Dat zijn verplichtingen die volgen uit het lidmaatschap van de KNVB. Bij vragen kun je altijd contact opnemen met je Verenigingsadviseur.

 

Moeten wij ook het huishoudelijk reglement aanpassen?

Nee, dat verplicht de WBTR in principe niet. De belangrijkste onderwerpen die worden gewijzigd met de WBTR staan namelijk (als er iets over bepaald is) in de statuten. Wel is dit een goed moment om het huishoudelijk reglement erbij te pakken en te kijken wat er nou allemaal in staat. Misschien is ook dit reglement wel eens aan vervanging toe.

Op de website van de KNVB staat een model voor het huishoudelijk reglement. Kopieer en plak dit niet klakkeloos, maar kijk met het bestuur of dit model ook echt past bij jullie verenging. In het huishoudelijk reglement ben je vrijer om dingen op te nemen of juist niet. De wettelijk verplichte onderwerpen staan allemaal in de statuten.

 

Moeten wij als vereniging een raad van commissarissen instellen?

Nee, het is niet verplicht om een raad van commissarissen in te stellen. Als je dit wel wilt, staat vanaf 1 juli 2021 wel in de wet omschreven hoe dit moet.

 

Wat betekent belet/ontstentenis?

Dit zijn juridische begrippen. Belet betekent dat je tijdelijk je functie als bestuurder niet kan of mag uitoefenen. Bijvoorbeeld door schorsing, ziekte of langdurige afwezigheid. Je kunt dus als bestuurder een tijdje je functie niet uitoefenen, maar de verwachting is wel dat je dit na een tijd weer kan. Bij ontstentenis ontstaat er echt een vacature. Bijvoorbeeld omdat de bestuurder is afgetreden, ontslagen of als de bestuurder is overleden.

De WBTR bepaalt dat je in je statuten iets moet opnemen voor de situatie dat er sprake is van belet/ontstentenis van alle bestuurders. Dat is belangrijk, want als er (even) geen bestuur is, kunnen er ook geen besluiten worden genomen en staat de vereniging als het ware stil.

Controleer als bestuur of je hiervoor al een bepaling in de statuten hebt opgenomen. De kans is groot dat dat nog niet het geval is. In dat geval kun je gebruikmaken van de modelstatuten van de KNVB. Hierin is een bepaling opgenomen voor belet/ontstentenis van alle bestuurders.

 

Wat betekent tegenstrijdig belang?

Er is sprake van een tegenstrijdig belang als je als bestuurder een direct of indirect belang hebt dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging. In iets meer juridische zin betekent dit dat sprake is van een tegenstrijdig belang “wanneer de bestuurder door een persoonlijk belang, of door zijn betrokkenheid bij een ander belang dat niet parallel loopt met dat van de vereniging, niet in staat moet worden geacht het belang van de vereniging te bewaken op een wijze die van een integer en onbevooroordeeld bestuurder mag worden verwacht.” Of er sprake is van een tegenstrijdig belang, hangt af van geval tot geval.

Op dit moment is er ook al een bepaling in de wet over tegenstrijdig belang. Als er sprake is van één bestuurder met een tegenstrijdig belang, dan is het hele bestuur niet meer vertegenwoordigingsbevoegd en zal de algemene ledenvergadering iemand moeten aanwijzen die de vereniging vertegenwoordigt. Dat verandert met de WBTR. Als er dan sprake is van een tegenstrijdig belang bij een bestuurder, dan mag deze bestuurder niet meer deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming. De rest van het bestuur blijft dan gewoon bevoegd.

 

Wat betekent de WBTR voor mijn bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering?

Dat is afhankelijk van de verzekeraar en de polis. De KNVB heeft met AON collectieve afspraken gemaakt over ongevallen en aansprakelijkheidsverzekeringen. Hierbinnen valt geen bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering. Het is daarom belangrijk om contact op te nemen met je verzekeraar of er een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering is afgesloten. Als dat niet het geval is, is het raadzaam in het bestuur de risico’s te bespreken.

Stappenplan

Hieronder vind je een stappenplan dat je als bestuurder kan helpen bij het toepassen van de WBTR.

VV Baarlo bereidde zich met behulp van een stappenplan voor op de WBTR. De Limburgse vereniging heeft de benodigde veranderingen doorgevoerd en voldoet zodende al aan de nieuwe wet.

Stappenplan helpt VV Baarlo bij voorbereiding op WBTR Stappenplan helpt VV Baarlo bij voorbereiding op WBTR VV Baarlo heeft al bekeken welke veranderingen moesten worden doorgevoerd om aan de WBTR te voldoen. De Limburgse vereniging deelt haar ervaringen.

Als je na het lezen van deze toelichting nog vragen hebt, neem dan contact op met je Verenigingsadviseur. We proberen je zoveel mogelijk te ondersteunen en mee te denken waar mogelijk.

Verenigingsondersteuning Verenigingsondersteuning Neem hier contact op met de Verenigingsadviseur uit jouw regio.